De naam Jeroen van Koningsbrugge zal bij velen vooral een glimlach oproepen. De acteur is bekend van zijn komische improvisaties in De Lama's, om zijn humoristische inbreng in diverse spelshows en natuurlijk vanwege zijn hilarische en rake typetjes in Draadstaal en Neonletters. De acteur is echter ook al enige tijd en niet onverdienstelijk aan de slag in serieuze rollen. Weinigen zullen helaas zijn prachtige, ingetogen hoofdrol in Links van filmmaakster Froukje Tan herinneren. Bekender is hij als politieagent naast vaste partner Dennis van de Ven in Smeris en van zijn bijrol in Hemel op Aarde. Er wordt vaak gesteld dat de scheidslijn tussen humor en drama flinterdun is. Voor Van Koningsbrugge kwamen deze disciplines perfect samen in het recente De Surprise van Mike van Diem. Maar een dunne scheidslijn betekent ook dat het gemakkelijk mis kan gaan. Grotesk en onbedoeld lachwekkend is dan ook de hoofdrol van de Brabander in het misdaaddrama Schone Handen naar een boek van René Appel.
Dienstdoend regisseur Tjebbo Pennings maakt een valse start en dat komt eigenlijk nooit meer helemaal goed. De Appel-verfilming kampt namelijk met een groot geloofwaardigheidsprobleem. Met vet aangezette Amsterdamse accenten zetten Van Koningbrugge en zijn tegenspeelster Thekla Reuten een gekwelde gangsterfamilie neer. Eddie doet iets groots en dreigends in de drugswereld en vrouwlief Sylvia plukt er de vruchten van in ruil voor haar zwijgzaamheid. De twee kinderen van het volkse gezin, dat zijn toevlucht heeft gezocht in een riant onderkomen in Oud-Zuid, hebben geen flauw idee waarmee hun vader hen onderhoudt. Als een goede vriend door wat een liquidatie lijkt om het leven komt, wordt het voor Sylvia steeds moeilijker om de andere kant op te kijken. Bovendien heeft ze er haast een dagtaak aan om haar kroost weg te houden van de smerige zaakjes van haar man. Maar Eddie heeft een immense invloed op zijn vrouw. Met het vooruitzicht op het verwezenlijken van haar grote droom (een eigen strandtent), weet hij haar in te palmen en vooral haar mond te laten houden. Het is echter een kwestie van tijd voordat Sylvia inziet dat ze zich maar beter uit de voeten kan maken.
Penning slaagt er aanvankelijk nog in om een aardig beeld neer te zetten van hoe het er in het gezin van Eddie en Sylvia aan toe gaat. Als de politie voor de tigste keer op de stoep staat, weet Sylvia exact wat haar te doen staat. Vervolgens stapelen de clichés over het gangstercircuit zich op. Hierbij dringen de vergelijkingen met The Sopranos zich regelmatig op en dan begeef je je als filmmaker op zeer glad ijs. Een voor de buitenwereld hecht huwelijk zit vol barsten en het is een wonder dat het nog niet uit elkaar is gelazerd. Vader is een allemansvriend en een leuke familieman die in het geniep verontrustende telefoontjes pleegt tijdens een dagje op het strand of een gezinsbarbecue. Het geweten van de moeder komt in steeds grotere nood en leidt tot rigoureuze beslissingen zodra ze zich realiseert dat haar echtgenoot de grootste bedreiging vormt en zij de lijm is die het gezin nog bij elkaar houdt. Elke grote man heeft een sterke vrouw aan zijn zijde, maar poldermaffia in gezinsverband zoals het hier gepresenteerd wordt, is net zo sexy als geitenwollen sokken in gezondheidssandalen.
Schone Handen komt in een stroomversnelling wanneer Sylvia een bevriend kapstertje, gespeeld door Angela Schijf, aanklampt. Dan ontpopt Van Koningsbrugge zich als een ware psychopaat. Het foute beeld dat hij voor deze omslag heeft opgeworpen weet hij niet volledig van zich af te werpen, maar door de plotmatige verdichting die Penning inbouwt, hoef je daar wat minder bij stil te staan. Grotesk is de finale wel, compleet met achtervolgingen, vuurzeeën, veel nerveus gedoe op een luchthaven en een apotheose op een treinspoor. Appel haalde met zijn bronmateriaal alles uit de kast en Penning weet dit aardig in beeld te brengen. Noemenswaardig zijn de bijrollen van Teun Kuilboer als Eddies criminele broertje en Bente Fokkens, een veelbelovend jong talent dat de dochter des huizes neerzet. Schone Handen blijft echter het nadeel van de twijfel houden door de onbedoeld kolderieke Amsterdamse vertolkingen en een hele gang aan open deuren die Penning schaamteloos één voor één intrapt.