Acteurs kunnen best ver gaan om in de huid van hun personage te kruipen. Hoe goed je 'method acting'-techniek ook is, het kan helpen om een complete gedaantewisseling te ondergaan als acteur om je een rol eigen te maken. Zo veranderde de bloedmooie Zuid-Afrikaanse Charlize Theron voor Monster in een stuk 'trailer trash' met heel wat kilootjes meer, at Jared Leto zich ziek aan hamburgers toen hij de goedgevulde gedaante van Lennon-moordenaar Mark Chapman aannam en hongerde Christian Bale zichzelf flink uit voor de thriller The Machinist. Het is bewonderenswaardig wat de acteurs over hebben voor hun werk (en een flink gevulde portemonnee), maar deze extreme vorm van toewijding is niet altijd genoeg om lof te oogsten voor hun noeste arbeid. Als een scenario tegenwerkt, blijft er weinig over om je kunnen te demonstreren.
Dat is nu precies het euvel bij het boksdrama Southpaw. De hoofdrol was oorspronkelijk ingeboekt voor rapper Eminem, maar toen Slim Shady besloot zich toch weer meer op zijn muziekcarrière te richten, ging de klus naar Jake Gyllenhaal. De Donnie Darko-acteur ging er vol voor en zag meer sportscholen van binnen dan logischerwijs goed is voor een mens. Een opgepompte, droog getrainde Gyllenhaal dook vervolgens de ring in om de succesvolle, fictieve vechter Billy Hope neer te zetten. In zijn gewichtsklasse is Hope de beste van de aardkloot. Hem gaat dan ook alles voor de wind: naast een blokjesbuik heeft hij een wonderschone vrouw, een pientere bijdehante dochter, een kast van een huis en een goedgevulde bankrekening. Bovendien geniet hij veel aanzien bij zowel vriend als vijand. Als je zo veel hebt kun je het ook allemaal weer kwijtraken. En dat is ook precies wat filmmaker Antoine Fuqua van plan is met het overdonderende geluk van Hope. Na een tragisch ongeval moet hij als weduwnaar door het leven, verliest hij zijn kind aan de kinderbescherming, moet hij noodgedwongen zijn handdoek in de ring gooien en de sleutels van zijn immense villa inleveren.
Als je niets meer te verliezen hebt, moet je juist voor alles keihard knokken. Dat is zon beetje waar het leeuwendeel van dit sportdrama om draait. We hebben niet meegemaakt hoe Billy Hope zijn luxepositie heeft opgebouwd, maar krijgen wel te zien hoe hij dit alles weer probeert terug te krijgen. Hij neemt een baantje als schoonmaker in ruil voor bokslessen van legendarische trainer Tick Wills. En vanaf dat moment ontwikkelt Southpaw, genoemd naar de term voor linkshandige boksers, zich als een standaard verhaaltje van een underdog die zich vastbijt in zijn queeste om er weer bovenop te komen. Fuqua nam gerenommeerd televisieserieschrijver Kurt Sutter in dienst om al deze dramatische verwikkelingen aan elkaar te breien. Dit pakt niet helemaal gelukkig uit. Naast de voorspelbare verhaalboog worden de verschillende fasen van het rouwproces die Hope doormaakt schematisch afgewerkt. Dit loopt bovendien parallel aan het verliezen van al het andere dat Billy dierbaar is en deze combinatie wordt opgehoest in afgebakende episodes. Wraakacties lopen op niets uit en de boodschap die we er dan maar uit moet destilleren is dat Hope zijn innerlijke demonen dan maar te lijf gaat in de boksring.
Gyllenhaal is door zijn fysiek een ontzagwekkende verschijning. De sympathiek ogende en veelzijdige acteur had alleen een scenario verdiend, waarin hij op emotioneel-dramatisch vlak het onderste uit de kan had kunnen halen. Nu zien we een getormenteerde vechtersbaas waarvan je de gedachten makkelijk kunt raden omdat ze eenvoudigweg door de omstandigheden en het lot zijn ingegeven. Sutter slaagt er te weinig in om de twijfels van de hoofdpersoon en de motivatie achter zijn keuzes te duiden. Daar komt bij dat Fuqua te veel mensen tevreden wil houden door zich niet alleen op de ellende van Hope te storten, maar ook veel gevechten op weergaloze wijze in beeld te brengen. Op essentiële momenten overschreeuwen de vechtscènes het dramatische potentieel dat Fuqua laat liggen. Dat geldt tevens voor de hele kermis rondom de gevechten en de rituelen waarmee deze gepaard gaan. Het is prachtig in beeld gebracht, maar het leidt de aandacht af van wat de hoofdmoot zou moeten vormen. Afzonderlijk van elkaar werken de disciplines van drama en sportfilm prima, maar je moet als scenarist wel van hele goede huize komen wil je deze goed samen kunnen laten gaan. Southpaw barst van de pretenties maar weet deze niet waar te maken. Het is zeker geen The Wrestler, maar het kan haast niet anders dan dat deze film als precedent heeft gediend.