Er is iets goed mis in het gehucht Santa Mira. De plaatselijke psychiater houdt het op massahysterie van epidemische proporties. Maar huisarts Miles Bennell ziet toch heel andere symptomen. Zo zijn er opeens wel erg veel mensen die hun geliefden niet meer herkennen. Een oom die eruitziet zoals altijd, maar die apathisch overkomt en zonder enige emotie of gevoel reageert. En dan worden er ook nog eens exacte duplicaten van dorpsbewoners gevonden. Misse boel, maar er moet nog wel even worden uitgezocht hoe het precies zit. En dan komt nog het overtuigen van de sceptici. Want hoe maak je ze duidelijk dat een buitenaards ras enorme peulen op de aardkloot heeft gedropt en daarmee gevoelloze kopieën van de mens kweekt? De grote wisseltruc gebeurt in de slaap. Kun je je eigen buurman of familieleden nog wel vertrouwen?
De bekendste bewerking van de tijdschriftroman The Body Snatchers uit 1954 is toch wel die met Donald Sutherland en Jeff Goldblum van het einde van de jaren zeventig van de vorige eeuw. Maar het boek van Jack Finney werd al vlak na het verschijnen verfilmd door Don Siegel. Juist, de man van Dirty Harry en Escape from Alcatraz. Eigenlijk kwam deze eerste verfilming uit in een tijd die veel beter aansloot bij de thematiek uit Finneys boek. De Koude Oorlog was een feit. Oost stond tegenover West, met de traumas van de Tweede Wereldoorlog nog redelijk vers in het geheugen. Senator Joseph McCarthy was op het zelfverklaarde hoogtepunt van zijn communistenjacht. Angst was een belangrijk middel om de kiezer aan je te binden en de politicus grossierde erin. Een duidelijk voorbeeld dat de geschiedenis zich blijft herhalen.
Nu wilde Finney natuurlijk niet zo ver gaan om de Russen te bestempelen tot een kwaadaardige invasiemacht, die de Amerikanen wilde vervangen met emotieloze dubbelgangers. Deze parallel en maatschappelijke werkelijkheid moet je echter wel in het achterhoofd houden bij het bekijken van Invasion of the Body Snatchers uit 1956. Het speelde destijds een grote rol in de perceptie van de film, die bij uitbreng overigens maar matig werd ontvangen. Daarnaast is het gegeven van een gezichtloze en geheimzinnige macht die juist in je slaap bezit van je geest kan nemen een uiterst huiveringwekkend gegeven. Het grootste gevaar van de mens schuilt in de mens zelf. Het kwaad is aanwezig in een kleine gemeenschap of zelfs hecht gezin.
Op het hoogtepunt van Siegels sciencefictionvehikel moeten Bennell en zijn voormalig liefje de benen nemen voor een leger van gekloonde dorpelingen. Zij lijken de enige gezonde zielen in een doorgedraaide samenleving en ze zoeken hun toevlucht in een verlaten mijn. Het tweetal verstopt zich onder een stel planken, terwijl hun achtervolgers over ze heen denderen. Het is het equivalent van door toorn gedreven dorpelingen die met hooivorken misdadigers te lijf gaan. Alleen hebben we hier te maken met slachtoffers.
Het oorspronkelijke werk van Finney werd op essentiële punten aangepast. Zo was Siegel aanvankelijk nog voornemens om er een eind aan te breien bij het moment dat Bennell compleet radeloos over een snelweg de automobilisten probeert te waarschuwen voor het naderende gevaar. Dat was wel een hele uitzichtloze, van hoop ontdane boodschap en daar kon je het bioscooppubliek onmogelijk mee naar huis sturen. Daarom werd er toevlucht gezocht in de raamvertelling en opent Siegel met een compleet gepanikeerde Bennell die aan een groep artsen in het ziekenhuis zijn verhaal doet. Dit stijlmiddel zorgt tevens voor een extra spanningsopbouw en het filmnoir-achtige toontje waarmee Bennell zijn relaas doet. Invasion of the Body Snatchers anno 1956 heeft nog weinig aan kracht ingeboet. De invasiemacht die het aardse leven wil overnemen blijft buiten beeld. We krijgen enkel het resultaat van hun groene vingers te zien. De suggestie van de geest, zo blijkt ook bij deze heruitgave door filminstituut Eye, is altijd enger dan wat onze zintuigen ons wijsmaken.