Craig en Irene zijn hoogbejaarde geliefdes die al jaren getrouwd zijn, maar nog steeds veel liefde voor elkaar kennen. Ze wonen nog altijd in hetzelfde huis, tot grote ergernis van de kinderen, met een Dixi-toilet op de veranda en een buitendouche. Dat dit zo niet langer gaat, beseffen ze ook zelf steeds beter. Daarom besluit Craig eigenhandig een nieuw liefdesnest te bouwen. Ondanks zijn vakkundige werk, dat door zijn vader met de paplepel is ingegoten, loopt hij tegen een hoop problemen aan. Bureaucratische problemen, want dat iemand een goed huis kan bouwen zonder alle benodigde vergunningen en keuringen daar gelooft de gemeente niet in. Lukt het Craig om het huis af te maken of belandt hij op zijn achtentachtigste nog in de cel?
Still Mine is voornamelijk interessant vanwege het verhaal. Dat is helder neergezet en blijft goed bij de kern. De focus ligt op Craig en zijn strijd. Daaromheen worden niet al te veel personages opgevoerd. Zo komen van de zeven kinderen slechts dochter Ruth en zoon John iets meer in beeld en dat is heel verfrissend. Daarnaast is het geheel ook niet overgedramatiseerd of te zoetsappig qua romantiek.
Het natuurlijke spel van James Cromwell zorgt voor een realistische invulling van het verhaal. Hij heeft de veerkracht van Craig goed weten te vangen. Het lijkt soms misschien wat luchtig, maar tussen de luchtigheden door valt aan zijn blik toch iets ernstigs af te lezen. De lichtvoetigheid weet regelmatig een glimlach tevoorschijn te toveren en juist dat maakt de film niet te zwaarmoedig of dramatisch.
Dat naast de sterke Cromwell een net zo sterke Geneviève Bujold staat, maakt het geheel nog beter. De chemie tussen de twee spettert van het doek af. Dit zorgt voor een vanzelfsprekende dynamiek. Hun jarenlange liefde wordt daardoor geen moment in twijfel getrokken. De onschuldige blikken van Bujold zijn zeer lieflijk. Gaandeweg wordt ze, noodgedwongen, steeds meer een meisje dat leunt op haar grote sterke man.
Verschillende aspecten van het ouder worden komen voorbij. Zoals de ziekte van Alzheimer, het niet samen op een plek oud kunnen worden, de vrees en afschuw voor het verzorgingshuis, lichamelijke veranderingen, maar ook het ouder worden terwijl je je van binnen nog steeds piepjong voelt. Dit doen de makers zonder er zwaar aan te tillen of te lang bij stil te staan. Het past perfect binnen het grotere geheel.
Still Mine is gebaseerd op een waargebeurd verhaal. Michael McGowan las in de Canadese krant Globe & Mail over de toen achtentachtigjarige Craig Morrison en besloot dit verhaal te verfilmen. Juist dat gegeven maakt de film nog net een tikkeltje extra ontroerend. In combinatie met het prachtige spel van de hoofdpersonages biedt deze film de ideale combinatie tussen een lach en een traan.