Het verhaal van The Railway Man, gebaseerd op de gelijknamige memoires van Eric Lomax, gaat over gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog waar betrekkelijk weinig aandacht aan wordt besteed. Op nazi's wordt tot op de dag van vandaag nog gejaagd, maar Japanners konden met vreselijke dingen op hun geweten gewoon door met hun leven na de oorlog. Dat ze wreed waren tegenover hun krijgsgevangen, van wie de meesten aan de gevolgen van hun gevangenschap overleden, moest maar snel worden vergeten.
Eric Lomax weet als geen ander hoe wreed het leven als krijgsgevangene was onder de Japanners in de Tweede Wereldoorlog. Hij is een van de Britse soldaten, die na gevangen te zijn genomen in Singapore, de spoorweg tussen Thailand en Birma moet helpen bouwen. Het is vreselijk zwaar werk, waarbij de gevangenen compleet worden geïsoleerd van de buitenwereld. Om het moraal op peil te houden, bouwen Lomax en zijn maten een radio om te horen hoe ver de geallieerden vorderen. Wanneer de Japanners de radio vinden, zijn ze woedend. Lomax wordt gemarteld en verliest daarbij bijna zijn leven. Na de oorlog wil hij niet praten over wat hij heeft meegemaakt, maar de nachtmerries blijven komen en beïnvloeden zijn leven. Zijn vrouw Patti probeert hem zover te krijgen zijn ervaringen te delen, zodat hij ermee in het reine kan komen.
De film speelt zich afwisselend af in twee verschillende tijdsperiodes. We zien de jonge Lomax (gespeeld door Jeremy Irvine) tijdens de Tweede Wereldoorlog en de oudere Lomax (gespeeld door Colin Firth) pakweg dertig jaar na de oorlog. Beiden weten Lomax treffend neer te zetten, maar de andere acteurs zijn geheel miscast. Kidman probeert een muizig typje van middelbare leeftijd te spelen, alleen is ze te jong en charismatisch voor deze (kleine) bijrol. Maar de grootste fout van de makers is de casting van Stellan Skarsgård als Finlay, het legermaatje van Lomax. In de flashbacks is Finlay een Brit, na de oorlog is hij ineens veranderd in een Zweed. Skarsgård neemt niet eens de moeite om zijn Scandinavische accent te verdoezelen, waardoor elke scène met hem onbedoeld iets komisch krijgt.
Het beste deel van de film zit in de flashbacks. Deze zijn spannend met een scherp contrast tussen het prachtige landschap en de vreselijke dingen die de mannen meemaken. De gehele speelduur wijden aan wat Lomax als jongeman had meegemaakt, had een interessantere film opgeleverd. Het hedendaagse verhaal is namelijk te traag. De druilerige beelden van de oudere Lomax op het strand in Engeland blijven maar langskomen. De kijker heeft wel door dat hij niet lekker in zijn vel zit, maar de regisseur wil dit telkens benadrukken. Misschien om te verklaren waarom hij niet sympathiek overkomt, terwijl zijn vrouw zich in allerlei bochten wringt om hem te plezieren. De laatste scènes, waarin Lomax terugkeert om zijn martelaar te confronteren, zijn ronduit saai. Wat een dramatische climax had moeten zijn, laat je als kijker zo goed als koud. Het levensverhaal van Lomax heeft alle elementen voor een mooie film over het belang van vergeving, maar die potentie wordt nauwelijks waargemaakt.