In het awardsseizoen van 2021 was The Mauritanian een vreemde eend in de bijt. Terwijl bijna niemand er nog van gehoord had, sleepte Jodie Foster onverwacht de Golden Globe binnen voor beste vrouwelijke hoofdrol. Ook ontving het Guantanamo Bay-drama vijf BAFTA-nominaties, maar geen daarvan werd verzilverd. Daarna bleef het angstvallig stil. Geen Oscarnominaties, en ook filmfestivals en critici leken er weinig om te geven. Ook nu de Nederlandse releasedatum aanbreekt, lijkt er weinig aandacht voor dit verhaal.
En dat is opmerkelijk, want een vertelling over misstanden en politiek gevoelige gebeurtenissen schreeuwt per definitie uit: "Kijk mij! Ik ben belangrijk!". Misschien is de 'War on Terror'-moeheid een beetje ingetreden. Het waargebeurde The Mauritanian laat in elk geval zien hoe Amerikaanse overheidstroepen na de aanslagen van 9/11 in het Midden-Oosten een terreurverdachte oppakken en zonder officiële beschuldiging opsluiten in de roemruchte legerbasis op Cuba. Daar wordt hij verhoord, wat in het Amerika van George W. Bush betekent: gemarteld.
The Mauritanian vertelt het verhaal van deze Mohamedou Ould Slahi aan de hand van verschillende juristen die bij zijn zaak betrokken raakten. Er wordt een interessante tegenstelling geponeerd. Aan de ene kant hebben we Nancy Hollander, een taaie oude rot in het vak van de burgerrechtenadvocatuur. Het kan haar niets schelen of Slahi het heeft gedaan of niet, alles wat ze weet is dat zelfs hij juridische verdediging verdient. Aan de andere kant van het spectrum staat militair aanklager Stuart Couch, die zelf iemand verloor aan 9/11. Hij heeft een persoonlijke wrok tegen de verdachte en zal er alles aan doen om hem met zijn ballen aan de muur te spijkeren.
Vooral hoofdrolspeler Tahar Rahim, die je zou kunnen kennen van Frans gevangenisdrama Un Prophète, imponeert. Als we niet mee kunnen in de beleving van Slahi, is deze film nergens. En de manier waarop zijn verhaal is vormgegeven is gebaseerd op de schrijfsels die de echte Slahi nog tijdens zijn gevangenschap publiceerde als 'Guantánamo Diary'. Hij is tegelijkertijd openhartig en wantrouwend, hulpzoekend en sterk. Foster acteert ook ouderwets goed, en haar Globe onverdiend noemen zou niet terecht zijn, maar zonder Rahim was er simpelweg geen film.
Hoe je het ook wendt of keert en hoe eeuwig relevant een verhaal als dit eigenlijk zou moeten zijn, kleeft er een geur van mosterd aan. De maaltijd is al lang geleden verorberd en verteerd. Terwijl de ongeproduceerde verfilming van Dave Eggers' Guantánamo-bestseller 'Zeitoun' inmiddels in de vergetelheid is geraakt, doet regisseur Kevin Macdonald - vooral bekend van The Last King of Scotland - nu rijkelijk laat alsnog een poging om aandacht te vragen voor dit onderwerp.
Bush is niet alleen al lang weg, maar dankzij het presidentschap van Donald Trump is hij in onze herinnering bijna een knuffelbare verademing. En behalve dat laatstgenoemde nog tijdens zijn verkiezingscampagne in 2016 opriep om Guantánamo Bay verder te vullen met terrorismeverdachten, is er in zijn tijd weinig aandacht meer geweest voor de misstanden daar. In Guantánamo worden nog steeds mensen vastgehouden, zonder officiële staat van beschuldiging. Maar hoe competent en degelijk deze film verder ook is gemaakt, hij doet niet wat-ie moet doen: de aandacht trekken. The Mauritanian is ongelukkig getimed en niet luid genoeg om stof te doen opwaaien.