Het gigantische succes van Oppenheimer is de ontsteking geweest voor een hernieuwde interesse in de geschiedenis van 'De Bom'. Niet in de laatste plaats ook omdat een nucleaire dreiging sinds de koude oorlog niet meer zo reëel voelde. Dat Einstein met zijn relativiteitstheorie een aandeel had in de ontwikkeling van atoomwapens is breed bekend, maar zijn werkelijke relatie met de bom is minder groot dan de titel van deze film doet vermoeden.
Hoewel Einstein and the Bomb wordt gepromoot als documentaire, is het eerder een speelfilm met wat docu-snippers. Verwacht geen 'pratende hoofden' of een of voice-over, maar een geacteerde reconstructie van de werkelijkheid, hier en daar afgewisseld met archiefbeelden. Een bijzondere aanpak die de film wel de nodige authenticiteit geeft, ook gezien de openingsmededeling dat al Einsteins woorden in de film ook daadwerkelijk aan hem zijn toe te schrijven.
Het docu-drama gaat verder uit van weinig voorkennis van de kijker. Achtergrondinfo zoals jaartallen van historische gebeurtenissen worden vrij gemakzuchtig als tekst in beeld gebracht. Dit betekent niet dat je niet hoeft op te letten, want regisseur Anthony Philipson heeft Einsteins ontdekking dat tijd maar relatief is ter harte genomen, met veel tafeltennis tussen verschillende tijdsperiodes. De rode draad door alle tijdsprongen heen is Einsteins periode in Norfolk, Engeland. Nadat het in Duitsland voor hem als Joodse wetenschapper te heet onder de voeten wordt, belandt hij via wat omzwervingen op het landgoed van commandant Oliver Locker-Lampson, die hem als een oude vriend ontvangt.
Hier wordt hij letterlijk in een hutje op de hei gestopt, maar zijn Spartaanse onderkomen bevalt de bescheiden wetenschapper eigenlijk wel prima. Hij krijgt ook nog twee vrouwelijke bodyguards tot zijn beschikking, Margery en Barbara, die hem beloven alle indringers met een schot hagel overhoop te knallen. De twee dames laten zich graag de relativiteitstheorie in Jip-en-Janneke taal uitleggen. Dat is voor de kijker ook wel prettig, want hoe zat het ook alweer met e=mc2?
Afgewisseld met Einsteins ontspannen periode in Engeland zien we flashbacks en flashforwards van hem op cruciale momenten in zijn leven. Het zijn die scenes die het meeste binnenkomen. Vooral het moment dat hij, nog in Duitsland, vanuit achterin een grote zaal vol Nazi-wetenschappers moet toekijken hoe hij wordt zwartgemaakt en in diskrediet wordt gebracht is aangrijpend en pijnlijk om te zien.
Aidan McArdle is degene die gestalte mag geven aan het wereldberoemde genie en doet dat niet onverdienstelijk. De acteur kroop al in een eerdere film in Einsteins huid en weet zijn conflicterende gevoelens tegenover geweld en het inzetten van de bom om het absolute kwaad te overwinnen knap over te brengen. Zijn worsteling met schuldgevoelens over Hiroshima en Nagasaki vormen de emotionele climax van de film.
De vergelijking met Oppenheimer is hierdoor onvermijdelijk. Maar om Einstein and the Bomb langs dezelfde meetlat als Christopher Nolans meesterwerk te leggen zou niet eerlijk zijn. Nolan is een filmmaker van de buitencategorie en Einstein and the Bomb heeft als gedramatiseerde documentaire nooit het doel gehad om dat niveau te halen. De film vertilt zich helaas wel aan het onderwerp door een te groot deel van Einsteins leven in een te korte speeltijd te willen behadelen. Hierdoor komt Einstein and the Bomb wat gehaast en gekunsteld over.
Dat Einstein volledig werd buitengesloten van het Manhattan-project wordt bijvoorbeeld maar terloops vermeld, waardoor toch een beetje het gevoel ontstaat dat de filmtitel wat misleidend is en dat Einstein and the Bomb probeert mee te liften op het succes van Oppenheimer. Deze film werkt in dat opzicht veel beter als aanvulling op Oppenheimer en weet ook nog eens op kundige wijze een blik te geven in een van de meest complexe breinen uit de geschiedenis.
Einstein and the Bomb is te zien bij Netflix.