Wanneer The Rolling Stones aankondigen dat ze voor het allerlaatst op tournee gaan, volgt meteen gegniffel. Ze hebben het al zo vaak geroepen, maar ze blijven maar terugkomen. Inmiddels is dezelfde reactie op zijn plaats wanneer regisseur Hayao Miyazaki aangeeft dat zijn huidige film zijn laatste zal zijn want The Boy and the Heron is de tweede waar hij dat over roept, terwijl zijn kantoorgenoten aangeven dat hij al werkt aan zijn volgende.
Enkele jaren na het overlijden van zijn moeder verhuist Mahito met zijn vader van Tokio naar het platteland. Mahito is amper aangekomen, of hij trekt de aandacht van een mysterieuze reiger. Die leidt hem naar een verlaten toren, waarvan hij later leert dat het een mysterieus pand is waar hij beter bij uit de buurt kan blijven. Mahito neemt de waarschuwing niet serieus, want hij heeft het gevoel dat zijn overleden moeder aan die toren is verbonden.
Schrijver en regisseur Miyazaki is niet slechts creatief maar ook innovatief. Hij experimenteert om originele effecten te creëren in animatie. The Boy and the Heron opent met brand in Tokio, en Mahito rent ernaartoe omdat zijn moeder mogelijk in gevaar is. De manier waarop Miyazaki weergeeft hoe Mahito in zijn race de rest van de wereld (niet) ziet is weergaloos. Op dit gebied heeft de grootste naam van Studio Ghibli zijn touch niet verloren.
In creatieve zin evenmin. Het eerste deel van de film is nog aan de realistische kant. Wat later begint de reiger steeds vreemdere uiterlijke trekjes te vertonen, zoals een vol gebit in zijn snavel. Mahito's nieuwe thuis zit vol met oude dametjes die in Miyazaki-stijl groteske karakteristieken hebben. Met kleine details zet hij meteen een unieke persoonlijkheid neer voor elk vrouwtje. Maar de creativiteit barst pas echt los wanneer Mahito de reiger het bos in volgt.
Vanaf dat moment is The Boy and the Heron een soort Alice in Wonderland. Met Mahito's zoektocht naar zijn moeder als leidraad reist hij door een magische wereld en ontmoet hij veel bijzondere figuren. Voor een deel is dat Japanse cultuur waar veel mensen niet mee bekend zijn, maar de rest komt uit Miyazaki's geest. En het is indrukwekkend.
Maar tegelijkertijd ligt hierin ook de grootste zwakte: het artistieke begint het logische te overheersen, het plot is lastiger te volgen. Voordat Mahito in het reigersnest valt verloopt het verhaal soepel en dat maakt het er niet minder interessant op, maar zodra Mahito zich in andere dimensies begeeft raak je het spoor enigszins bijster.
Met het verlies van het begrip van wat er allemaal gebeurt gaat ook de connectie met Mahito en het verhaal verloren. In het begin is het nog genieten van heerlijke wezentjes zoals Wara Wara, maar die verdwijnen op den duur en niet veel later ook de samenhang. Mahito stapt een andere wereld in en daar zijn weer andere figuren. De filmtitel is vooral van toepassing op het eerste half uur.
Tegen de tijd dat Mahito aankomt op een plek met reuzenparkieten, vergelijkbaar met de soldaten van de Hartenkoningin uit Lewis Carrolls verhaal, is het uitsluitend nog een wonderlijke reis die op emotionele afstand gevolgd kan worden. Er zit iets achter de handelingen en de bonte personages, maar het voelt onmogelijk om de betekenis te ontdekken.
Er is ook weinig tijd voor, want de reis verloopt vlot. Het lijkt haast alsof het allemaal Mahito's koortsdroom betreft, maar wanneer men in de echte wereld ontdekt dat Mahito nergens te bekennen is, blijkt het toch meer te zijn dan slechts op hol geslagen fantasie. Het rappe tempo van de reis in combinatie met de speelduur van ruim twee uur brengen de film op een punt waar geen film wenst te komen: de wens om het afgelopen te laten zijn.
Wanneer dat einde komt maakt Miyazaki een hoop goed met een gevoelige en bevredigende conclusie. Mahito vindt wat hij zocht, en ondanks dat het eigenlijk iets anders is, is het toch het juiste. The Boy and the Heron is niet Miyazaki op zijn best, maar zelfs op halve kracht is het nog steeds een klein kunstwerkje en een hulde aan creativiteit.