Formeel kwam het kolonialisme van de Hollanders in Nederlands-Indië, het huidige Indonesië, na de Tweede Wereldoorlog pas ten einde. Hier waren vier eeuwen aan overheersing aan voorafgegaan, waarbij de lokale bevolking te lijden had onder diverse vormen van slavernij. Formeel was de slavernij al in 1860 afgeschaft in ons koninkrijk, maar in Nederlands-Indië duurde deze nog enkele decennia voort. In de Nederlandse Oscarinzending Sweet Dreams zijn we precies op dat moment in de geschiedenis aanbeland.
De tweede speelfilm van de Nederlands-Bosnische Ena Sendijarevi? draait om het koloniale en aftakelende suikerbedrijf van Agathe en haar man Jan. Deze laatste heeft een relatie aangeknoopt met bediende Siti en zelfs een kind bij haar verwerkt. De verhouding tussen het echtpaar voelt kil en afstandelijk aan. Als Jan opeens het loodje legt worden zoon Cornelis en diens hoogzwangere vrouw Josefien naar de tropen ontboden om het bedrijf over te nemen.
Het leven op het Indonesische eiland is toch wel afzien voor de verwende kaaskoppen. Het enige doel van het stel is de erfenis veiligstellen; dan kunnen ze weer terug naar wat zij met arrogantie als de beschaafde wereld betitelen. De Indonesiërs zien echter hun kans schoon om in opstand te komen tegen de kolonialisten die hen rondcommanderen. Als blijkt dat Jans bastaardzoon Karel de enige erfgenaam is van zijn vermogen zetten Cornelis en Josefien alles op alles om hem uit te schakelen.
Sendijarevic houdt een ogenschijnlijk luchtige maar onderhuids sarcastische toon aan, waarbij de Hollanders met hun moraal voortdurend te kakken worden gezet. Ze hebben het er ook wel naar gemaakt met hun verwende houding en instelling. Dit alles gebeurt tegen de achtergrond van een instortend imperium. Sweet Dreams vertrekt vanuit de aanname dat de kolonialisten de lakens uitdelen en zonder morren fabrieks- en plantagewerkers kunnen bevelen. Maar dit perspectief draait geleidelijk.
Want wie heeft eigenlijk de macht in handen? De saboterende opstelling roept gelijkenissen op met de laatste akte van Ruben Östlunds Triangle of Sadness waarin het 'eenvoudige' personeel uiteindelijk de lakens uitdeelt. Niet geheel toevallig is de Zweed een van de producenten. Naast macht draait het bovendien om de vraag wat mannelijkheid precies definieert en wat ervoor nodig is om deze onderuit te trappen. Het antwoord: opvallend weinig.
Jan is duidelijk heer en meester, schroomt niet op zijn vrouw terecht te wijzen maar is ook een liefdevollle vader voor Karel. Het vaderschap heeft van Cornelis nog geen meester gemaakt maar is wel aanstaande. Sendijarevi? zet hem neer als een gedwee watje dat zich door zijn veeleisende wederhelft laat domineren. Anders dan de opstandelingen heeft hij niet de ballen om zijn recht te doen laten gelden.
Dit alles wordt visueel vormgegeven door heldere felle kleuren die sterk contrasteren met de zwarte humor en bittere thematiek. Door het opmerkelijke 4:3-beeldformaat voelt het alsof de randen van het scherm zijn afgesneden, om te verbergen wat buiten beeld en in de gedachten en verlangens van de personages daadwerkelijk omgaat. Sendijarevi?, die filmde op het Frans-Afrikaanse eiland Réunion, houdt een eenvoudige statische cameravoering aan. De dynamiek spat niet van het beeld, maar stroomt door de aderen van de onderdrukten.