Michelle wil niets liever dan trouwen met haar vriend Allen, maar hij twijfelt omdat hij zich afvraagt of de gevoelens die hij nu voor haar koestert wel toekomstbestendig zijn. Michelles moeder nodigt Allens ouders uit in de hoop dat het jonge stel de knoop kan doorhakken. Maar alle vier ouders zitten eigenlijk allemaal in een huwelijk dat niet bepaald soepel verloopt, en dat kan tijdens de bijeenkomst niet verborgen blijven.
Op de Amerikaanse poster van Maybe I Do staan Emma Roberts en haar mannelijke tegenspeler groot in het midden. Zo lijkt het een film voor twintigers en dertigers. Dat is een aparte marketingkeuze, want het draait grotendeels om de andere personages die worden vertolkt door Hollywoodgrootheden van in de zeventig. Fijn, want die vier bekende namen zijn tegenwoordig niet heel vaak meer te zien in de bioscoop. Maar oud zijn is ook een aanwezig thema en daar loopt een jong publiek niet warm voor.
De poster ziet er vrolijk uit en dat is wel terecht. Het humorgehalte ligt hoger dan het drama, maar het is geen oppervlakkige film. De grappen zijn niet subtiel, maar wel kurkdroog. Zo droog dat sommige kijkers zich af zullen vragen of ze ergens om hadden moeten lachen. De eerste scène vindt plaats in een bioscoop waar Scandinavisch drama op de hak wordt genomen. Even later dumpt Diane Keaton een bijbel bij een schoonmaakster en komt terug met een hand vol zeepjes.
De grootste lol zit hem in het conflict tussen de ouders van Michelle en die van Allen. De kijker bezit kennis die de personages zelf nog niet hebben, dus dat is bij voorbaat uitkijken naar hoe hun ontmoeting zal gaan verongelukken. Die klap laat even op zich wachten, want de eerste helft is vooral kennismaking.
Dat gaat in de vorm van gesprekken. Maybe I Do is een pure dialoogfilm. Het is dan ook, alweer, een verfilming van een toneelstuk. Van begin tot einde ligt de energie in de gesprekken, die bruist door de vertolkingen van de overgekwalificeerde cast. Er zijn geen mooie plaatjes, alles is simplistisch in beeld gebracht zodat de focus op de acteurs blijft. Het niveau is zoals Diane Keatons broek is opgetrokken: hoog.
Het geneuzel over moeten trouwen is typisch Amerikaans. Als je niet in het huwelijksbootje stapt, is de liefde blijkbaar niet oprecht. Maar het ontstaan en de evolutie van hun probleem is sterk uitgevoerd. Allemaal eerstewereldproblemen, maar ach. Maybe I Do is geen Nancy Meyers-film maar voelt wel zo: rijke blanke Amerikanen in kasten van huizen die toch niet helemaal happy zijn met hun leven.
Om van het verhaal te kunnen genieten moet je het universum accepteren. En de grote invloed van religie op sommige Amerikanen. En de extreem vergezochte oorzaak van het grote conflict. Het is heel begrijpelijk als je daar op afknapt, maar als je die knop kunt omzetten, is dit lekker genieten van een simpele klucht.