Als er een franchise is die metadialogen tot een kunst heeft verheven dan is het de Scream-reeks wel. Al vanaf het eerste deel, dat nog in handen was van Wes Craven, legden personages ons uit wat de regels van het horrorgenre zijn, hoe je tegen de personages moest aankijken en wat ze wel en vooral niet moesten doen. Dit alles speelde zich af binnen de context van de film waarin ze zelf opereerden. De ultieme metaslasher dus.
Toen vorig jaar de Scream-reeks nieuw leven in werd geblazen en Neve Campbells personage Sidney het stokje overdroeg aan de nieuwe generatie, was het maar de vraag of de serie nog relevant was. Elf jaar na Scream IV bleek het vijfde deel perfect in staat om de metakenmerken te combineren met heel veel humor. We werden daarnaast ook nog even bijgepraat over wat we het afgelopen decennium hadden gemist. Allesbehalve mosterd na de maaltijd en Scream V was onverwacht vermakelijk.
Als je met hetzelfde gevoel naar het zesde deel uitkijkt zul je waarschijnlijk bedrogen uitkomen. We hebben weliswaar te maken met hetzelfde regisseursduo en met dezelfde schrijvers, maar ze hebben hun touch compleet verloren. Het is een harde boodschap voor een filmreeks die weliswaar mindere delen kende, maar toch altijd een vrij aardig niveau wist vast te houden.
We zijn een jaar verder nadat de zusjes Tara en Sam werden geteisterd door de Ghostfacekiller, waarvan we inmiddels weten dat het werkelijk iedereen kan zijn. De jongedames zijn met hun twee beste vrienden, broer en zus Chad en Mindy, aan het studeren geslagen in New York. Vooral Sam heeft nog erg veel last van de gebeurtenissen in Woodsboro, vooral omdat de toedracht haar in de schoenen werd geschoven. De (sociale) media is genadeloos in de veroordeling. We weten allemaal dat het een kwestie van tijd is voor iemand weer het masker opzet en verandert in een freerunnende maniak met een mes.
Scream is befaamd om de legendarische openingsscènes. Toch werd de start van het eerste deel, waarin Drew Barrymore bloedend en met telefoon in de hand door de tuin werd gesleept, nooit meer overtroffen. Filmmakers Matt Bettinelli-Olpin en Tyler Gillett nemen dit keer een groot risico. Een gewaagde scenariozet nadat de eerste lustmoord is gepleegd doet de verwachtingen hoog oplopen. Zouden ze breken met de conventies of schieten ze zichzelf al meteen in de voet?
Dat laatste. Wat namelijk volgt is een eindeloze reeks verwikkelingen en een overdaad aan nietszeggende personages. Het studerende viertal, dat zichzelf als snel omdoopt tot 'The Core Four', heeft zoveel vrienden en dates dat het al snel een janboel wordt. De herintroductie van de enige echte oudgediende, Courtney Cox (okay, Hayden Panettiere keert ook terug na het vierde deel), lijkt er meer te zijn om de fans te pleasen dan om echt iets toe te voegen.
Het mag geen verrassing zijn dat veel van deze personages het er niet levend vanaf brengen. Dit is met stip het Scream-deel met de hoogste bodycount en het minst aantal goed getimede jumpscares. Je moet dan overigens wel heel goed kunnen tellen, want de makers spelen voortdurend met de vraag of een personage nou wel of niet dood is. Dit afgezaagde trucje lijdt al snel tot ernstige vermoeidheidsverschijnselen.
Scream VI is met de veel te lange speelduur onbedoeld lachwekkend, vooral wanneer het gevreesde masker afgaat. Dit nieuwe deel ontstijgt de grote hoeveelheden horrorrotzooi van C-niveau die op de vele streamingdiensten te vinden zijn niet. Een groter contrast met de reboot uit 2022 is nauwelijks denkbaar. De enige reden om nu nog te schreeuwen is bij de gedachte aan een zevende deel.