To Leslie zal mogelijk vooral herinnerd worden vanwege de kortstondige controverse rondom de Oscarnominatie voor hoofdrolspeelster Andrea Riseborough. Elk jaar worden een of meerdere actrices genomineerd voor dit soort films: kleine drama's, die het vooral moeten hebben van dat acteerwerk. To Leslie past in dat rijtje, met een indrukwekkende cast die de gebreken van Ryan Binaco's script probeert te verbloemen.
Binaco's dialogen dansen lang om de hete brij heen, en voelen daardoor redelijk realistisch aan. Personages zijn niet altijd even goed in het uiten van hun gevoelens zoals alcoholistische moeder Leslie, haar gedesillusioneerde zoon James, hotelmanager Sweeney en familievrienden Dutch en Nancy. Het duistere verleden van Leslie dat over al hun levens hangt is ook niet iets wat je even kort aan iemand uitlegt in een monoloog.
Des te vreemder is het als dit af en toe wel opeens gebeurt, juist tussen mensen die allebei weten wat er precies gebeurd is. Het blijkt eigenlijk heel simpel te zijn en weinig doordacht: alcohol maakt meer kapot dan je lief is, meer niet. De opening wekt de indruk dat er heel veel gebeurd is: na een duidelijk oud nieuwsitem waarin Leslie met een kleine James aan haar zijde de loterij wint, volgt een scène waarin ze ongeveer een decennium later haar woning wordt uitgezet.
Dan volgt een toer langs de mensen bij wie ze het al eens verbruid heeft, zoals haar zoon en oude vrienden Dutch en Nancy, bij wie ze het blijft verknallen met haar voortdurende drankmisbruik. Totdat ze dakloos rond het motel van Sweeney rondscharrelt en hij haar uit medelijden een baantje als schoonmaakster geeft.
Telkens wordt gewag gemaakt van het feit dat Leslie ooit de loterij won, en dat geld in enkele jaren allemaal verkwiste aan haar drankverslaving. Daar wordt enigszins mysterieus over gedaan, totdat mensen tegen het einde nog even alle details tegen elkaar schreeuwen. Dan blijkt daar nooit meer invulling aan gegeven te zijn dan dat idee zelf.
Dit draagt bij aan het groeiende gevoel dat To Leslie ondanks het lage budget toch vooral een Hollywoodproductie is, van een stel mensen die toeristen zijn in het westen van Texas waar de film zich afspeelt en gedraaid is. Een gevoel dat gesterkt wordt doordat geen van de cast en crew uit de regio lijkt te komen.
Andrea Riseborough zet een zeer overtuigend Texaans accent op, maar komt net als regisseur Morris uit Engeland. Marc Maron is heel sympathiek als Sweeney, en zijn eigen (in zijn beroemde podcast breed uitgemeten) ervaring met alcoholisme zal op de set van pas zijn gekomen, maar zijn accent varieert van dik aangezet tot niet aanwezig. De rest van de cast valt ergens daartussenin.
Door het gebrek aan authenticiteit en goed doordachte achtergrond mist [i]To Leslie[i] als geheel de zeggingskracht die nodig is om te overtuigen als drama over het uiteindelijk (tijdelijk?) overwinnen van alcoholisme. Stephen Root en Allison Janney doen dat wel in hun bijrollen als koppel Dutch en Nancy, maar dat ze door de scenarist zo genoemd worden is een gek grapje dat wel onbedoeld toepasselijk is: Dutch was de bijnaam van Ronald Reagan en Nancy was zijn vrouw, en Reagan was nou eenmaal acteur die lang bekend stond om zijn slechte cowboyrollen.
Riseborough slaagt er desalniettemin in te overtuigen in de hoofdrol. Dat doet ze zo goed, dat Edward Norton er zo van onder de indruk was dat hij via Twitter met vrienden en kennissen een campagne opzette om haar een Oscarnominatie te bezorgen. To Leslie zou op een waargebeurd verhaal gebaseerd zijn, maar is vooral een Hollywoodfilm voor en door Hollywood. Het verhaal is heel mooi samen te vatten in een countryliedje, maar biedt weinig meer dan de schets die dat liedje zou zijn.