Er zijn vele manieren om een film te maken. De manier die Competencia Oficial op de hak neemt, is er maar een van. Maar het is wel een rake satire op hoe een specifiek soort prestigieuze cinema tot stand komt. Bij vlagen hilarisch, met glansrollen voor Penélope Cruz, Antonio Banderas en Oscar Martínez.
Penélope Cruz speelt Lola Cuevas, een extravagante, excentrieke regisseur met een indrukwekkende bos krullen op haar hoofd. Antonio Banderas en Oscar Martínez spelen de twee acteurs die zij cast voor haar nieuwste film, respectievelijk de internationale filmster Félix Rivero en de bejubelde toneelacteur Iván Torres.
Het drietal komt bij elkaar om een artistiek hoogtepunt in hun carrières te creëren, maar de oorsprong van het project is veel prozaïscher. Een miljardair wordt tachtig jaar oud en maakt zich zorgen over zijn reputatie en nalatenschap. Hij overweegt eerst een brug naar zich te laten vernoemen, maar besluit dan een topfilm te produceren.
Dus legt hij flink wat geld neer voor een boek van een Nobelprijswinnaar over rivaliteit tussen twee broers, en huurt Lola in omdat zij de Gouden Palm en een Zilveren Leeuw heeft gewonnen. Zij benadert op haar beurt de twee acteurs, vanwege hun verschillen in stijl en reputatie, omdat ze die clash vindt passen bij die tussen de twee broers.
Dan gaan ze aan de slag door negen dagen lang haar script te oefenen, met allerlei hilariteit tot gevolg. Die komt voort uit de verschillen tussen de twee acteurs, met elk hun eigen onzekerheden, onhebbelijkheden en ijdeltuiterij. De steeds absurdere oefeningen die Lola voor hen bedenkt, versterken de lol.
Het doodnormaal doorlezen van scènes kan zomaar omslaan in mafheid door de eisen van de regisseur. Tegelijkertijd is het een masterclass in acteren, wan de acteurs laten allerlei vormen van goed en slecht acteren zien. Een mooi voorbeeld is als Felix een regel tekst dronken moet spelen, en dat in vier gradaties van dronkenschap moet doen totdat Lola tevreden is. Andere oefeningen zijn juist vanaf het begin bizar door de enscenering die Lola ervoor bedacht heeft.
Grappig is ook het contrast tussen de scènes en de persoonlijkheden. De pretentieuze Iván die zegt niets om het circus van filmprijzen te geven, maar na dat gesprek wel stiekem voor de spiegel zijn Oscarspeech alvast oefent. Of als hij middenin een serieus onderzoek naar kanker opeens op een advertentie voor het bleken van tanden klikt, en later de vraag krijgt of zijn tanden witter zijn geworden. Uiteraard ontkent hij dat, want hij is niet zo ijdel als zijn co-ster, zegt hij.
Ondertussen escaleren de speloefeningen van Lola steeds verder, totdat zij en de acteurs een beetje ontsporen. Tot die tijd zit het script zeer goed in elkaar, en gelukkig volgt nog een sterke conclusie om de absurde hilariteit weer enigszins te beteugelen. Heel scherp of inzichtelijk wordt het allemaal niet, maar de makers en acteurs steken leuk en liefdevol de draak met de Europese prestigieuze/pretentieuze kunstfilm en het wereldje daaromheen.