Dertien jaar na Coraline keert regisseur en animator Henry Selick futloos terug met Wendell & Wild. Get Out-maker Jordan Peele schreef mee aan het script en zorgt samen met zijn wederhelft van het komische duo Key & Peele voor de speelsere momenten. Zij spelen de titulaire demonen die de hel willen ontvluchten voor hun tirannieke duivelsbaas.
Dertienjarige punker en jeugddelinquent Kat biedt hen een uitweg. Teruggekeerd in haar thuisstad Rust Bank rehabiliteert ze bij een katholieke school, maar in haar dromen gaat ze graag akkoord met Wendell en Wilds voorstel haar overleden ouders te laten herrijzen als zij de twee demonen met haar gaven naar de aarde haalt. Aan die 'quid pro quo' blijken vele haken en ogen te zitten, maar de film omarmt de potentiële chaos maar summier.
Selicks stop-motionanimaties voldoen in grote lijnen aan zijn met Tim Burton gecreëerde The Nightmare Before Christmas-maatstaven. Groteske figuren dwarrelen uitbundig rond binnen een gotische omgeving. Zo huppelt op een gegeven moment een bonte bende door de straten, vallende ogen en ledematen van speelklei incluis. Daarmee speelt de film op humoristische wijze met de dood. Desalniettemin voelen de taferelen stijfjes aan vanwege te vaak statische figuren en het al te propere CGI-achtige animatiewerk.
Voor zoveel bovennatuurlijke gekte heeft de film weinig gotspe. Het scenario brandt zich nauwelijks aan de consequenties van herrijzende doden. Die geven alleen thuis wanneer noodzakelijk voor een plotwending of als gemakkelijke manier om Kat op een catharsis af te sturen. Elk element in het verhaal voelt functioneel, alsof alles moet aansturen op een vooropgezette conclusie. Tegengas komt van een cartoonesk Brits echtpaar, dat als kwade kapitalisten (waarvan een met Boris Johnson-kapsel) een slaatje wil slaan uit de komst van de twee demonen.
In Coraline resoneerde het avontuur meer, omdat de wereld vormgegeven was conform de eigen angsten en onzekerheden van de titelfiguur. In Wendell & Wild hangt Rust Bank als los zand aan elkaar. De omgeving voelt niet authentiek en de personages handelen dikwijls bevreemdend. Kat gooit pontificaal een boombox op tafel, maar zet hem meteen weer uit. Zo schippert ze continu tussen opstandig en lief, zonder dat daar een reëel tienertemperament aan ten grondslag ligt.
De kapitalisten stallen hun dochter bij dezelfde school, terwijl ze een hekel aan dat instituut hebben. De inconsistentie trekt wordt doorgetrokken naar de wereld zelf, waar ondoden wel erg verschillend reageren op hun herrijzen. De film kan zich daarbij niet beroepen op een Through the Looking Glass-absurdisme. Daarvoor lijken Kats beproevingen te serieus genomen, ook al knettert de spetterende punk van X-Ray Spex op de achtergrond (aangezien haar ouders daar op een of andere manier naar luisteren).
Key en Peele zorgen als olijk duo tenminste nog voor amusante klucht. In de hel nog met vrij letterlijke dirty jobs, eenmaal op aarde blijken demonen wel mee te vallen qua macht. De gesmeerde wisselwerking tussen de dikke en dunne verraadt de de jarenlange samenwerking van hun acteurs. Maar zij kunnen net als de hippe soundtrack niet de blasé houding van de film verbloemen.
Personages reageren vaak zakelijk op de bovennatuurlijke chaos, alsof dit dagelijks gebeurt in Rust Bank. Met name bij een verstoorde vergadering maakt dat de humor van de situatie ongedaan. Beproevingen van personages blijven hangen in schematische tegenstellingen, zonder zich echt te bekommeren om ondoden, demonen of trauma's. Gespeend van durf valt de terugkeer van Henry Selick tegen.
Wendell & Wild is te zien bij Netflix.