De laatste jaren heeft de Vlaamse film definitief zijn weg naar de Nederlandse bioscoop gevonden. Dat is voor een deel de verdienste van regisseurs Adil en Bilall die met hun actuele films de jongeren over de streep trokken om ook eens een Vlaamse film mee te pikken. Jeroen Perceval, die in Vlaanderen reeds als acteur grote bekendheid geniet, levert met zijn regiedebuut Dealer een eigentijdse en confronterende film over drugs af die in het verlengde ligt daarvan. Een bikkelhard verhaal dat zich in een wereldje afspeelt waar geen winnaars zijn.
Jeroen Perceval die reeds samenwerkte met Fien Troch, Michael Roskam, Adil en Bilall, Robin Pront en Alex Van Warmerdam weet zeer goed waarover hij praat. Hij heeft zijn eigen drugsverleden nooit onder stoelen of banken gestoken. Toch mocht Dealer niet autobiografische worden omdat hij een zeer hedendaagse film wilde maken, en dat merk je. Aan de Vlaamse bioscoopkassa's werd dit concept alvast beloond, en dat ondanks de corona-tegenslagen. Nu hoopt men op een soortgelijk succes in Nederland en wie weet lukt dat wel!
De dealer is de veertienjarige grofgebekte Johnny die de schoolbanken heeft ingeruild voor het harde uitgaansleven in de havenstad Antwerpen. Johnny is het soort kereltje van wie je eigenlijk op voorhand al weet dat het nooit goed met hem zal aflopen. Zijn moeder ziet hij nog amper want door haar psychoses belandt ze om de haverklap in een psychiatrisch ziekenhuis. De tienerjongen is de speelbal van de drugsleverancier Luca die het brute geweld niet schuwt. Als Johnny het pad kruist van de populaire filmacteur Anthony die zelf hopeloos aan de drugs zit, ligt er een betere toekomst in het verschiet, zo lijkt het toch...
Aan degelijk acteerwerk geen gebrek. Ben Segers is in eigen land één van de populairste tv-acteurs en mag naar hartenlust het varken uithangen met expliciete scènes die heel wat huisvrouwen zullen doen blozen. Veerle Baetens bewijst dat ze nog steeds één de beste actrices uit de Lage Landen is, hoewel Bart Hollanders als uitgekookte drugsdealer de show steelt met een brutaal gangstertypetje dat zo uit een Martin Scorsese-maffiafilm kon komen. Ook Sverre Rous die als de jonge Johnny de hele film moet dragen, weet wat hij voor een camera moet doen.
Helaas maken vooral de onsympathieke personages van Dealer een moeilijk verteerbare film. Qua sfeer komt Perceval wel in de buurt van zijn grote idool Gaspar Noé, maar de twee mensen om wie het draait vormen niet bepaald het gezelschap dat je op een feestje wil. De dealende snotneus zou je met plezier een oorveeg willen verkopen (niet dat we kindermishandeling willen promoten), terwijl de arrogante acteur erop los snuift en neukt en in feite geen haar beter is.
Het siert Perceval dat hij de grauwheid niet uit de weg gaat waardoor Dealer een beetje het enfant terrible binnen het Vlaamse filmwereldje van de laatste jaren is geworden. Hoewel de dialogen soms iets te goedkoop zijn en er wat clichés en stereotypen opduiken, is duidelijk dat Perceval via filmtaal een universeel verhaal wil vertellen van twee verloren zielen die op zoek zijn naar een beetje liefde. Perceval bewijst met zijn debuut dat je ook met Nederlandstalige films met een gebalde vuist (en de middelvinger) het grote publiek kan bereiken.