Actie, actie, actie. Dat is waar deze Zuid-Koreaanse Netflix-film op uit is. Spion Carter moet beide Korea's zien te behoeden voor een gevaarlijke virusuitbraak, maar wordt helaas wakker zonder geheugen of besef aan welke kant hij staat. Alle CIA-agenten, Noord- of Zuid-Koreaanse militairen en zombie-achtige geïnfecteerden die zijn pad kruisen mogen het dus berouwen. Het uitgangspunt is duidelijk dat van een B-film, maar de overweldigende cinematografische visie en overdadige actie maken dat ruim goed.
Binnen de eerste minuten wordt het hele achtergrondverhaal erdoorheen geramd om vervolgens zo snel mogelijk de bloedlust van de kijker te bevredigen. Het DMZ-virus bedreigt het hele Koreaanse schiereiland te overspoelen, waardoor de Noord- en Zuid-Koreaanse overheden gedwongen zijn om samen te werken voor een vaccinatie. Tijdens deze gespannen verhoudingen wordt agent Carter wakker zonder een enkele herinnering en met een flink aantal pistolen van CIA-agenten op zich gericht. Hij is gedwongen om de instructies op te volgen van een stem uit een oortje, aangezien er ook een dodelijke bom in zijn mond is geplant.
De missie die hij van de Noord-Koreanen opgedragen krijgt wordt langzaamaan duidelijk: het ontvoeren van Ha-Na, een kind dat als enige de juiste bloedvaten heeft voor het ontwikkelen van een vaccinatie. Voordat hij hiermee begint, rolt Carter even met zijn spierballen en legt een geheel badhuis, gevuld met meer dan honderd(!) halfnaakte gangsters, om. De actie is bloederig, rauw en steeds weer verrassend door een nieuw cameraperspectief of een vernuftige wijze om iemand uit te schakelen. Het zet direct de juiste toon voor de film: Carter komt, Carter kijkt rond, Carter slacht iedereen af.
Wat volgt is een keiharde actiefilm die gefilmd lijkt in een enkele take, al zijn er nog steeds voldoende verborgen overgangen zichtbaar. Deze stijlkeuze, bekend uit Victoria en Hardcore Henry, heeft het gewenste effect de aandacht van de kijker te grijpen en deze niet meer los te laten tijdens een nauwelijks onderbroken en extreem brute rits aan actiesequenties. De cameravoering volgt geheel haar eigen regels: zij blijft onophoudelijk rond Carter heen duiken, vliegen, springen en draaien. Afwisselend tussen droneshots en handheld danst de camera altijd op hoog tempo mee met het geweld, dat overal ontvlamt waar Carter komt binnenstappen.
Nooit moe, nauwelijks gewond en altijd vastberaden doet Carter er alles aan om Ha-Na veilig te stellen. Enkele schoonheidsfouten in de montage, de onduidelijke verhaallijnen en enig gevoel voor realisme sneuvelen ook al snel en maken plaats voor constante verbijstering over de volgende imposante truc van de filmmakers. Ter land, ter trein en in de lucht; overal worden nieuwe manieren gevonden om met helikopters, motoren en scheerlijnen Carter rond te manoeuvreren door nieuwe arena's en oog in oog met een nieuw type tegenstander.
Het is jammer dat we deze grote schaal aan actie enkel kunnen meemaken op te kleine Netflix-schermpjes, want deze explosieve film is een pareltje voor actiefilmliefhebbers. Niemand hoeft te kijken voor het verhaal, aangezien dat enkel aanwezig is om de kijker waakzaam te houden over wie van de drie landen goed of fout is. De film geeft hier geen antwoorden op en biedt ook geen bevredigend einde voor Carter of het lot van Korea. Het is en blijft actie, actie, actie totdat de kijker, wanneer de aftiteling begint, uitgeput achterblijft met een verdwaasd gevoel over wat er nu exact is gebeurd.
Carter is te zien bij Netflix.