De kans is klein dat je Buba zou oppikken als hij niet op Netflix zou staan. Want zeg nou zelf: wie staat er te springen om een vunzige Duitse misdaadkomedie te zien? Buba mag dan wel zijn charmante momenten hebben (vooral in het begin althans), toch kan je achteraf niet het idee van je afzetten dat je anderhalf uur van je leven hebt verspild aan een film die je de volgende dag alweer vergeten bent.
Regisseur Arne Feldhusen, die in zijn thuisland bekendstaat om zijn televisiewerk, kiest in Buba ronduit voor het boertige. Een scheet laten tijdens het eten van een Schwarzwaldertaart of zonder schroom een prijzenpaard aftrekken om vervolgens zijn sperma te verkopen; het zijn allemaal taferelen waar Feldhusen zijn hand niet voor omdraait.
Buba is het alter ego van Jakob Otto, een klaploper eersteklas die al sinds zijn kindertijd van zijn strenge grootmoeder te horen kreeg dat hoe meer hij geluk heeft, des te slechter het met anderen zal gaan. Met die enge gedachte leeft hij in de schaduw van zijn manke broer Dante, die de enige houvast is in zijn leven.
De twee broers dromen van een roemrijk leven in Amerika, maar moeten zich tevredenstellen met een saai bestaan op het Duitse platteland waar niets te beleven valt. Jakob slaagde er tijdens zijn kinderjaren in om Leonardo DiCaprio te verslaan in een breakdancewedstrijd (om dat soort humor gaat het dus), maar als volwassene verdient hij de kost als stuntman van cowboyshows in een afgedankt pretpark waar niemand naartoe komt.
Alles verandert wanneer de twee nietsnutten door hun eigen blunders de Albanese maffia leren kennen en zich hierbij aansluiten om hun financiële situatie te verbeteren. In het begin lukt het de Otto's nog wel aardig om de lokale bevolking met bedreiging beschermingsgeld af te troggelen, maar ook dit plan valt in duigen wanneer Buba een oude jeugdliefde tegen het lijf loopt en hij de boude klusjes alleen door zijn suffe broer laat opknappen.
Het grote probleem van Buba is simpelweg dat de grappen niet geestig zijn. In het eerste halfuur komt er weleens een lach op je gezicht, ook al gaat het om boertige fratsen à la Borat of New Kids, maar helaas blijft dit niet de hele film werken. Feldhusen steekt te veel onzin in zijn film zoals de beroerde referenties naar sprookjes; de bijnaam Buba komt immers van een harteloos monster uit een Albanees sprookje. Dat werkt wel bij de inleiding van het verhaal, maar door dit steeds maar te herhalen gaat dit snel vervelen.
Buba is niet meer dan een wankel kaartenhuisje dat ieder moment in elkaar dreigt te vallen. Menig kijker zal zonder twijfel door de saaiheid ervan na een tijdje naar een andere film op het streamingplatform gaan zoeken. Wie geen problemen heeft met platvloerse (maar vooral dwaze) Duitse humor zal zich er misschien iets minder aan ergeren, maar geslaagd kun je Buba alleszins niet noemen.
Buba is te zien bij Netflix.