De naam van de in Breda geboren Dries van Kuijk zal niet bij iedereen direct een belletje doen rinkelen. De naar de Verenigde Staten verhuisde Brabander schopte het echter tot de manager van zijn grootste ontdekking, Elvis Presley. De naam Colonel Parker verzon hij zelf. Toch zullen veel fans van 'The King' gemengde gevoelens over 'de kolonel' hebben. Parker/Van Kuijk behandelde zijn protegé niet alleen als een melkkoe en een werkpaard, maar wist ook nog eens miljoenen van zijn nalatenschap achterover te drukken.
Australiër Baz Luhrmann liep al jaren rond met het idee om een film te maken over Elvis, maar nam door allerhande omstandigheden een lange aanloop. In plaats van het opsommen van de belangrijkste gebeurtenissen van de carrière van de rockster vertelt Luhrmann het verhaal vanuit het gezichtspunt van Parker. Het blijkt een ongelukkige keuze die van meet af aan voor een valse noot zorgt.
We maken kennis met de kolonel na de dood van de superster. Parker verblijft in Vegas en moet hals over kop naar het ziekenhuis gebracht worden als hij onwel wordt. Dan duiken we alsnog terug in de tijd en maken we kennis met een jongere Parker die grote moeite doet om de muziekmanager uit te hangen van middelmatige countryartiesten. Goed, we hebben dus te maken met een raamvertelling, maar de sterke focus op de manager laat je niet meer los.
Als Parker hoort van de lokale beroemdheid Elvis Presley is zijn interesse gewekt. Na een kennismaking belooft Parker Elvis groter te maken dan de staat Tennessee en helpt hem aan een landelijk platencontract. Het publiek, met name het vrouwelijk deel, staat in vuur en vlam voor de artiest, maar de media en publieke opinie vinden zijn optredens aanstootgevend en vulgair.
Luhrmann staat bekend om zijn wervelende, extravagante en weelderige beeldtaal en zijn Elvis is geen uitzondering. Dit helpt vooral bij de start om lekker in het verhaal te komen, maar langzaamaan bekruipt je het gevoel dat je naar een lange videoclip zit te kijken. Luhrmann wisselt snelle montages en verwikkelingen af met terugblikken uit Elvis' jeugd waarbij hij het ritme in zijn heupen kreeg met afgeraffelde optredens.
Dit heeft tot gevolg dat maar bitter weinig beklijft, vooral als er serieuze zaken aangesneden moeten worden. Vooral het eerste decennium van Elvis' loopbaan was een groot succesnummer, waarvan iedereen profiteerde, zijn familie incluis. Maar zijn populariteit kent ook een keerzijde met veel vluchtige vrouwelijke aandacht, drank en pillen. Als Elvis zijn aanstaande Priscilla ontmoet en daarna vader wordt dan weet Luhrmann maar geen vaart te minderen. Zo kan het gebeuren dat het drama in zijn leven verandert in tragiek zonder dat je tijd krijgt om het te verwerken.
Het eerste echt uitgespeelde dramatische moment vindt plaats in de relatieve luwte van de laatste akte, na bijna twee uur. Pas dan realiseert de rocker wat er allemaal op het spel staat en dat zijn succes niet eeuwigdurend is. Vooral het moment waarop zijn wegen met Priscilla scheiden kan door de wervelwind die eraan voorafgaat maar nauwelijks landen, terwijl dit wel degelijk een sleutelscène is. Elvis wil nog steeds de wereld veroveren na zijn jarenlange verblijf in Las Vegas, maar kan het allemaal niet meer bolwerken. Parker wil zijn kip met de gouden eieren niet slachten en blijft maar pushen.
Zoals gezegd is de rode draad de venijnige houding van Parker, gespeeld door een Tom Hanks en een heleboel protheses. Waarom een Oscarwinnende acteur van deze allure niet een betere dialectcoach in de arm heeft genomen die hem kon laten klinken als een Hollander is een groot raadsel. Van groot dramatisch gewicht is daarnaast de symbiotische relatie tussen Elvis en zijn manager, maar ook hierbij is het door Luhrmanns langaanhoudende drukke stijl eigenlijk al te laat om nog echt emotie of impact op te roepen.
Elvis the Pelvis wordt gespeeld door de vrij onbekende Austin Butler, een getalenteerd acteur die voor geen meter op Elvis lijkt, maar wel zelf al zijn nummers inzong. Hij is een imposante verschijning die een degelijke vertolking neerzet, maar voortdurend moet wedijveren met Hanks. Het levensverhaal van Elvis Presley is in de lezing van Baz Luhrmann overvol en veel, maar wordt gered door het sterke laatste halfuur en de vertolking van Butler. Hanks moet zich de mindere tonen, omdat hij te veel bezig is met een typetje neerzetten.