Soms moet je als geliefden wat voor elkaar over hebben, zelfs als het om werk gaat. Kijkend naar Interceptor kan je je haast niet aan de indruk onttrekken dat Chris 'Thor' Hemsworth wel intens veel van zijn vrouw Elsa Pataky moet houden. Hij kwam voor haar actievehikel namelijk niet alleen als uitvoerend producent opdraven, maar liet zich tevens charteren voor een lollig bedoelde bijrol als witgoedverkoper.
Want de actiethriller van Matthew Reilly, die zich grotendeels op dezelfde locatie afspeelt, heeft een fiks B-filmniveau. De fitte legerofficier J.J. Collins (Pataky dus) zal wel eens even in haar eentje de Verenigde Staten redden van een idioot die zestien kernraketten van de Russen heeft gestolen. Terrorist Alexander Kessel is van plan Amerika te resetten. Al het verderfelijke dat het land heeft voortgebracht zal worden vernietigd als de raketten op Amerikaanse steden zullen neerkomen.
Collins heeft het nodige achter de kiezen en komt schoorvoetend terug op de daadwerkelijk bestaande raketafweerbasis SBX-1 in de Grote Oceaan. Ze heeft namelijk te maken gehad met een generaal die zijn handjes niet thuis kon houden. Het seksisme is helaas nog niet verdwenen als Collins terugkeert. Tijd om haar collega's wat manieren bij te brengen heeft ze niet, want ze moet aan de bak om insluiper Kessel een lesje te leren.
Voor Reilly is Interceptor niet alleen zijn regiedebuut, maar ook zijn eerste scenario. Het kan dan ook haast niet anders dan dat je de filmmaker op enkele onvergeeflijke beginnersfouten betrapt. Deze zouden niet zo ernstig zijn geweest als iemand hem een beetje had bijgestuurd. Voor Pataky is het vooral veel heldhaftig vechten geblazen en ze mag regelmatig haar vijanden op hardhandige wijze uitschakelen.
Het verhaal neemt helemaal stupide proporties aan als de wereld lucht krijgt van de inspanningen van Collins. De ledschermen op Times Square hangen vol met live videoverslagen. In het Witte Huis verzucht de president dat de toekomst van de natie in de handen van één vrouw ligt. Patriottisme en absurdisme wisselen elkaar in hoog tempo af. Pataky werpt zich op als de nieuwe Mila Jovovich, maar kan niet eens in haar schaduw staan.
Interceptor wordt een stuk beter te pruimen als je er de onbedoelde lol van gaat inzien. Dan blijkt het een waar pareltje, wat tot uitdrukking komt in de bizar onrealistische dialogen, grootspraak en de onlogische acties van de personages. Personages die toch vooral bedoeld zijn om snel het veld te ruimen, Reilly een excuus gevend voor extremiteiten met als doel Collins alleen over te laten blijven. Zelfs de vele onvoorspelbaarheden en misplaatste heroïek krijgen een nieuwe lading als je ze met humor benadert.
Pataky schijnt zelf weinig meegepikt te hebben van de acteerkwaliteiten van haar echtgenoot en kennen we met name van een terugkerende bijrol in de Fast & Furious-reeks. Haar gezicht lijkt hier twee standen te hebben: woede en boosheid. Goed, drie als je verbetenheid niet onder deze twee categorieën wil scharen. Daarbij helpt het niet dat de personages stereotiepe kenmerken hebben; daar doet een traumatische ervaring uit het verleden, mager uitgewerkt in flashbacks, niets aan af.
Je hoeft geen militair expert of dramaturg te zijn om de kinderachtige dialogen en technische onjuistheden met afgrijzen te aanschouwen. Er waren plannen om dit bedrijfsongeval in de Australische bioscopen te brengen, maar daar is gelukkig van afgezien. In plaats daarvan is Interceptor maar meteen op Netflix geknald. De streamingdienst heeft niet langer de wind in de zeilen en producties als deze doen die ontwikkeling geen goed. Het is het makkelijkste wat er bestaat om films als deze de grond in te schrijven, maar soms vragen de makers erom.
Interceptor is te zien bij Netflix.