After Yang is een al even meditatieve film als Kogonada's speelfilmdebuut Columbus. Tegelijkertijd laat de regisseur zien dat hij risico's durft te nemen door een uitstapje te maken naar sciencefiction. Een op het eerste gezicht compleet tegenovergesteld genre van het realistische (familie)drama. Kogonada kiest hieruit een aantal elementen en zet die in om de personages met een scherpe blik te analyseren. Dat betaalt zich uit in een prachtig verhaal over menselijkheid waarin Kogonada's rustige stijl met oog voor framing opnieuw de show steelt.
Ergens in de toekomst helpen robots geadopteerde kinderen bij het leren over hun culturele erfgoed. Yang is zo'n robot en hij is door vader Jake en moeder Kira gekocht voor hun dochtertje Mika. Mika en Yang hebben een goede band en als Yang defect raakt, gaat Jake op zoek naar een manier om hem toch nog te kunnen repareren. Op die zoektocht begint hij zich steeds meer te verdiepen in de manier waarop Yang de wereld ervoer.
Kogonada heeft oog voor het kleine en integreert details op passende manieren in zijn liefdevolle visie op dit gezin. Vader Jake is gepassioneerd over thee en verkoopt deze in zijn winkel. Deze liefde voor thee introduceert Kogonada in een extreme close-up van theeblaadjes die door water zweven. Dat dit theeblaadjes zijn, wordt pas wat later duidelijk, maar de magische goudbruine gloed geeft precies de warme sfeer van de rest van de film weer. Het openingsshot is op meerdere manieren betekenisvol.
Daarnaast komt eenzelfde soort esthetiek terug wanneer Jake door de opnames van de 'herinneringen' van Yang scrolt, die hij gekregen heeft van iemand die probeerde hem te helpen met Yangs defect. Hier dwarrelen geen theeblaadjes rond, maar wel lichtpuntjes die een geheel vormen van Yangs op beeld vastgelegde momenten. Op dit soort subtiele manieren maakt Kogonada een esthetisch en thematisch geheel van de film.
Herinneringen en ervaringen vormen de rode draad van het verhaal. De kwestie van Yangs (on)menselijkheid wordt hier slim mee verbonden. De focus ligt echter vooral op herkenbare emoties in plaats van dat Kogonada te veel in de sciencefictionmaterie duikt. Ook brengt acteur Justin H. Min veel warmte naar het personage. Een flashback van Mika waarin Yang haar helpt te begrijpen hoe ze zich tot haar Chinese achtergrond verhoudt is een van de meest emotioneel geaarde momenten.
Het is sowieso niet moeilijk om mee te gaan met de emoties van de film. Het gemis van Yang is voelbaar in het acteerwerk, in de leegte binnen sommige frames en de score van Aska Matsumiya biedt juist weer comfort. Elk moment, hoe banaal ook, heeft betekenis. Dat maakt deze niet al te lange film een hele intense voor de kijker die graag naar deze details op zoek gaat. Gelukkig zorgt dat ook voor een kijkervaring die voldoening geeft en je direct doet afvragen wat Kogonada met zijn derde speelfilm zal gaan doen.