Toen het nog gebruikelijk was om op maandagochtend met je collega's bij de koffieautomaat het weekend door te nemen beheerste één onderwerp drieënhalf jaar geleden zeker de weekendpraat. De Luizenmoeder van makers Ilse Warringa en Diederik Ebbinge was op de zondagavond een aangenaam halfuurtje tegen heilige huisjes trappen. Niets of niemand bleef gespaard in en om het schoolplein van basisschool De Klimop. Het was de ultieme komedie tegen het doorgeschoten politiekcorrecte denken en de ultieme remedie tegen de lange tenen die de maatschappij had ontwikkeld. Heette het toen eigenlijk bij ons eigenlijk ook al woke?
Warringa, die instant faam verwierf als de keurig articulerende maar immer gespannen politiekcorrecte schooljuf Ank, en Ebbinge verbeeldden wat veel mensen stiekem allemaal dachten. Het is alleen niet altijd even fraai wat er in de hoofden van de Nederlanders omgaat. Juist door de personages, die werden vertolkt door een keur van bekende Nederlandse gezichten, hardop hun gedachten te laten uitspreken werden netelige thema's opeens onderwerp van gesprek. De serie kreeg zelfs Duitse en Franse remakes, maar een tweede seizoen bleek al een stuk minder stekelig en urgent.
Op de keper beschouwd was De Luizenmoeder juist zo sterk door de korte aaneenschakeling van situaties en sketches, ongemakkelijke blikken, voelbaar pijnlijke stiltes en uitbarstingen van opgekropte emoties. Dat heeft ook Ebbinge ingezien, want na twee seizoenen als medeschrijver en de rol van het zalvende schoolhoofd Anton vond hij wel dat de koek op was. Dit bleek een goede inschatting. Het onvermijdelijke filmvervolg begint met de begrafenis van zijn personage. Ook al is corona een (veel te dominant en makkelijk) thema, bij Anton was het zijn ongezonde leestijl die hem de das om heeft gedaan.
Ebbinge wordt naarstig gemist, alle pogingen van Warringa om dan maar in haar eentje de kar te trekken als scenarist en regisseur ten spijt. Zij schotelt ons niet alleen meer achtergronden van de personages voor - want hoe woont Juf Ank eigenlijk? - maar ook een langere verhaalboog die drijft op een door de coronapandemie ontstane leerachterstand en de moderne fratsen van het onderwijs. Daartegenover staan de ouders die steeds veeleisender worden. Het blijkt een brug te ver. In haar pogingen de locatie en personages meer substantie te geven worden ook gelijk de tekortkomingen ervan pijnlijk duidelijk. Een speelduur van anderhalf uur leent zich minder goed voor een hoge grapdichtheid, maar op een dramatische verdiepingsslag zit eigenlijk ook niemand te wachten.
Ook als avondvullende speelfilm verdient De Luizenmoeder veel sympathie, al is het maar omdat er zo veel fijne acteurs zijn om naar te kijken. De vaste cast, waarin naast Ebbinge ook Henry van Loon ontbreekt, wordt op prettige wijze aangevuld door Dragan Bakema die een moderne onderwijsgoeroe speelt die De Klimop in tijden van een pandemie naar een 'hoger plan' moet tillen. Hij bereikt het tegenovergestelde en juist de anarchie die op de basisschool uitbreekt leent zich uitermate goed voor veel lekker foute grappen. Warringa gooit het echter liever over een dramatische boeg. Het lijkt een vergeefse poging om haar publiek duidelijk te maken dat er meer in de personages schuilgaat dan een oppervlakkige blik doet vermoeden.
Het is Warringa te prijzen dat ze niet nogmaals hetzelfde trucje herhaalt van de twee televisieseizoenen. Een extra lange aflevering van de serie is Luizenmoeder - De Film nou ook weer niet. Wat wel pijnlijk duidelijk wordt is dat de vaste formule en stramien zich niet lenen voor een speelfilm, hoe graag de conclusie ook anders had mogen uitpakken.