Black Widow
Recensie

Black Widow (2021)

Eindelijk krijgt Marvels superspion een degelijke achtergrond. Spectaculair en grappig, maar niet zonder gebreken.

in Recensies
Leestijd: 4 min 12 sec
Regie: Cate Shortland | Scenario: Jac Schaeffer, Ned Benson, Eric Pearson, Stan Lee, Don Heck en Don Rico | Cast: Scarlett Johansson (Natasha Romanoff/Black Widow), Florence Pugh (Yelena Belova), David Harbour (Alexei Shostakov/Red Guardian), Rachel Weisz (Melina Vostokoff), Ray Winstone (Dreykov), e.a. | Speelduur: 133 minuten | Jaar: 2021

Wie de Marvel-encyclopedie doorbladert, zal vermoedelijk niet zo snel Natasha Romanoff/Black Widow aanwijzen als zijn of haar lievelingspersonage. De heldin is weliswaar zeer bedreven in allerlei vormen van vechtkunst en acrobatiek, maar ondanks dat steekt ze toch een beetje flets af bij haar superheldencollega's zoals Thor, Iron Man, Captain America, Ant-Man en de Hulk. Wellicht is dat niet helemaal terecht, want in voorgaande Marvel-films diende Black Widow zich altijd netjes in de bijrol te schikken waardoor ze dus bij voorbaat nooit de kans, aandacht of verdieping kreeg die ze eigenlijk verdiende. De 'male gaze' bewees haar bovendien ook geen dienst: het objectiveren van een vrouw maakt haar als personage alleen maar minder interessant. Niets ten nadele van Scarlett Johanssons voorkomen, maar we zien graag iets meer van Black Widow dan haar voluptueuze boezem in spandex.

Met Black Widow van regisseuse Cate Shortland krijgt de Russische heldin eindelijk een degelijk achtergrondverhaal, waarin we meer inzicht krijgen in haar gedachten en beweegredenen. Gezien de gebeurtenissen in slotstuk Avengers: Endgame is het logisch dat we daarvoor terug in de tijd moeten; om precies te zijn naar het moment waarop Natasha Romanoff nog maar net het Sokovia-akkoord heeft geschonden. Commandant Ross en zijn bewapende manschappen hebben de jacht op haar geopend, maar rond diezelfde tijd dient zich ook nog een heel andere schim uit Romanoffs verleden aan: Task Master. Wie of wat achter dit schedelmasker schuilgaat, is voor de oplettende kijker niet zo moeilijk om te raden, maar het aardige is wel dat deze schurk gelinkt is aan Romanoffs traumatische verleden en daarom net iets tragischer aanvoelt dan gebruikelijk is binnen het Marvel-universum.

Daar staat dan weer tegenover dat de door Ray Winstone gespeelde slechterik een eendimensionaal figuur is met nogal voorspelbare, megalomane motieven. Het lijkt bijna een grap om zo'n personage op te voeren. En misschien is die moddervette benadering ergens ook wel heel bewust, want Black Widow verwijst in een enkele scène nadrukkelijk naar Moonraker, dat met de dubieuze eer mag strijken van slechtste Bond-film aller tijden. Winstone speelt overigens Dreykov, de grondlegger van het mysterieuze Red Room-programma, waarbij jonge meisjes worden opgeleid (of beter gezegd: worden geprogramméérd) tot hersenloze moordmachines. Dreykov is uiteraard op zijn hoede, want er is een neutralisator van rood gas in omloop die 'zijn' meiden in één klap uit de droom kan helpen. De feministische roep om geestelijke bevrijding van mannen weerklinkt hier luider dan ooit tevoren, en dat is in dit geval een uitstekende keuze.

Uiteraard mag er ook gelachen worden bij Black Widow. Het is immers een Marvel-film. Met name actrice Florence Pugh is lekker op dreef als Yelena, de cynische 'zus' van Natasha, die zich nooit te beroerd voelt om de aanstellerige superheldenposes van haar metgezel te bekritiseren. Dat wordt natuurlijk de inzet voor een 'running gag', met hilarisch effect. Maar het is uiteindelijk David Harbour die de meeste lachers op zijn hand heeft. Harbour vertolkt de rol van Alexei, een krachtpatser op leeftijd die zijn vette pens zo nu en dan in een Red Guardian-outfit probeert te persen en daar ook nog verdomd trots op is. Wat zo goed werkt is dat Alexei eigenlijk geen donder om zijn 'familieleden' lijkt te geven, maar een gesprek met hen louter aanknoopt om wat meer te weten te komen over zijn gedroomde rivaal en tijdgenoot Captain America, die vermoedelijk nog nooit van hém gehoord heeft. Heel grappig.

Black Widow vormt de aftrap van 'Phase Four': de vierde fase waarin Marvel wederom een reeks nog te verschijnen superheldenfilms onderling met elkaar zal verbinden, om vervolgens naar een gezamenlijk eindpunt toe te werken. Dan is het natuurlijk logisch om weer klein te beginnen, en daarna stapsgewijs de spanning op te bouwen en het spektakel op te voeren. Daarmee is echter niet gezegd dat er verder helemaal niets enerverends te beleven valt. Spectaculair is bijvoorbeeld de sequentie waarin Alexei uit een zwaarbewaakte gevangenis moet worden bevrijd, terwijl een lawine van de berghellingen raast en vervolgens het complete cellencomplex vernietigt. Ook een roekeloze achtervolging met een pantserwagen door de straten van Boedapest behoort al vroeg in de film tot een van de (kleine) hoogtepunten.

Jammer genoeg stevent de film ook af op een einde zoals we dat al vaker hebben gezien in Marvel-films: een enorm gevaarte stort uit de lucht, personages vliegen al schietend achter elkaar aan, en het scherm wordt van onder tot boven gevuld met gigantische CGI-explosies. Ondertussen klinkt op de geluidsband ook nog eens een dreigend Russisch mannenkoor. Dit alles bij elkaar zou een misser zijn geweest, ware het niet dat Black Widow een scherpe focus blijft houden op zijn sterke hoofdrolspeelster. Scarlett Johansson zwaait met dit avontuur (voorgoed?) af als de Russische superspion, dus als filmische elegie werkt Black Widow eveneens best aardig. We zullen haar missen.