Hope Gap
Recensie

Hope Gap (2019)

Innemend kostuumdrama zonder kostuums had behoorlijk wat minder innemend mogen zijn.

in Recensies
Leestijd: 2 min 40 sec
Regie: William Nicholson | Scenario: William Nicholson | Cast: Bill Nighy (Edward), Annette Bening (Grace), Josh O'Connor (Jamie), Sally Rogers (Angela), Aiysha Hart (Jess), Ryan McKen (Dev), e.a. | Speelduur: 101 minuten | Jaar: 2020

Toen Edward verliefd werd op Grace begrepen ze elkaar. Zoals alle geliefden overal in de wereld en te allen tijde elkaar begrijpen. Hope Gap gaat over het moment dat onomstotelijk duidelijk wordt dat dit grenzeloze begrip tot het verleden behoort. Dat het wederzijds verstaan waarschijnlijk al stopte toon zoon Jamie nog een kind was. Nu Jamie dertig is, durft Edward dit onbegrip eindelijk te openbaren; durft hij eindelijk 'zijn' Grace gewoon weer Grace te maken. Hij gaat haar behoorlijk veel pijn doen door haar te verlaten.

Er kleeft iets ongemakkelijks aan een scheidingsdrama. En dat ongemakkelijke komt niet doordat scheidingen vervelend zijn. Nee, het ongemakkelijke zit in het onevenwichtige en ietwat zielloze van het drama dat twee ex-geliefden ondergaan. Het praktische, het definitieve en het gebrek aan passie bij minstens een van beide partijen maakt schrijven over scheidingen stukken lastiger dan het schrijven over twee elkaar opvretende verliefden. Iedereen is te inspireren tot het schrijven van een liefdesbrief, maar alleen een advocaat kan een scheidingsakte opmaken.

Dat betekent natuurlijk niet dat scheidingsdrama's per definitie slecht zijn. Vele goede uitvoeringen, waaronder uiteraard de recente Oscarkandidaat Marriage Story, zijn daarvan het bewijs. Het zegt wel dat schrijvers van scheidingsdrama's niet makkelijk wegkomen met herkenbare motieven. Dat ze extra moeten zweten om het universele en sleets geraakte beeld van de scheidingspapieren, het kind als kroongetuige en het niemendalletje van de nieuwe geliefde, urgent, authentiek en invoelbaar te maken. Om drama te maken van iets dat juist stopte omdat het drama niet meer de moeite waard was.

Het schrijfzweet in Hope Gap is echter wel erg plakkerig en onfris. Het onevenwichtige van de ex-geliefden wordt niet vermeden maar uitvergroot. Edward beslecht de echtbreuk in een gepland half uurtje - de tijd die verstrijkt tussen twee treinen richting de stad. En Grace schreeuwt na dat abrupte afscheid zeker tachtig filmminuten lang moord en brand. Edward is de stoïcijnse winnaar van de scheiding, Grace de waanzinnige verliezer.

Het zielloze van een eenzijdige verlating is in Hope Gap bedolven onder een grote, niet te missen berg metaforen. Scenarist William Nicholson wist twintig jaar geleden in Gladiator (2000) wuivend graan tot een van de meest universele metaforen voor sterven te maken. In Hope Gap doet hij opnieuw een poging de generaal Maximus van de metaforen te zijn. Maar als hij Grace herhaaldelijk weduwen laat vergelijken met verlaten vrouwen en Edward diezelfde verlaten vrouwen met gesneuvelde soldaten, voelt het meer alsof hij je met zijn destijds subtiel en in gelid zwiepende graanhalmen in het gezicht slaat.

Hope Gap doet aan als een cameraregistratie van een toneelstuk. En ook echt niet meer dan dat. De beste kijkervaring was waarschijnlijk op de set, backstage zittend naast de goedaardige Bill Nighy; bijna op de tast genietend van Annette Benings beheerste uitvoering van haar uiterst dramatische rol. Samen met Nighy Bening aangapend - een arm om haar heen willen slaan. Een arm om Bening dan en niet om de hysterische Grace, die uiteindelijk over haar groteske, onoverkomelijke lijden heen weet te komen door simpelweg een puppy te nemen.