De maffia blijft tot de verbeelding spreken. Van de Siciliaanse Cosa Nostra, tot de Amerikaanse variant, tot de Japanse yakuza en de Chinese triades, er zijn ontelbare films over gemaakt. Over fictieve figuren en echte personen. De dramatiek is inherent aan het leven van de maffioso en een dankbaar onderwerp voor filmmakers. Marco Bellocchio's Il Traditore past daarmee in een lange traditie. Toch is zijn film anders. Niet in de laatste plaats doordat zijn onderwerp de man is die de Siciliaanse maffia met zijn getuigenis een haast fatale klap toebracht: Tommaso Buscetta.
Buscetta was zelf een maffioso die een lange carrière genoot in de criminele onderwereld van zowel Italië als Brazilië. Beide landen heeft hij meerdere malen moeten ontvluchtten, vanwege allerlei soorten misdaad totdat hij uiteindelijk onder een valse naam met een nieuw gezicht in Brazilië lijkt te kunnen settelen. Maar dan wordt zijn halve familie in Sicilië uitgemoord, terwijl hijzelf door de Braziliaanse autoriteiten wordt opgepakt en aan de Italiaanse wordt uitgeleverd. Daar komt hij, na een mislukte zelfmoordpoging en gedesillusioneerd over de maffia en de 'mannen van eer', in aanraking met de antimaffiarechter Giovanni Falcone. Hij besluit voor hem te getuigen tegen zijn voormalige collega's.
Tot dan toe is Il Traditore nog een vrij conventionele, doch zeer degelijk uitgevoerde maffiafilm, met alle ingrediënten die je kunt verwachten: grote feesten met families, dure outfits, gesprekken waarin niemand zegt wat hij eigenlijk bedoelt maar toch iedereen die bedoeling begrijpt, en natuurlijk bloederige liquidaties en moordpartijen. In Il Traditore flitsen ze voorbij, omdat Bellochio vooral geïnteresseerd is in wat je minder vaak ziet: de rechtszaak tegen de maffia, met Buscetta als kroongetuige. Een bizar circus, dat in werkelijkheid zes jaar duurde. Het levert fascinerende scènes vol verbaal in plaats van fysiek geweld op. Buscetta moet daarbij in een apart bankje met glazen wanden zitten, terwijl de honderden beschuldigde maffiosi over tientallen cellen rondom de rechtszaal zijn verdeeld. Als toeschouwers van maar vaak ook deelnemers aan het circus.
Pierfrancesco Favino is met zijn uiterlijk, bouw en ervaring in het misdaadgenre (Romanzo Criminale, Suburra) geknipt voor de titelrol. Buscetta mag dan wel spijtoptant en 'verrader' zijn, hij blijft een maffioso in hart en nieren. Favino straalt dat uit. Er was een maffioso nodig om de maffia ten val te brengen. Want zoals Bellocchio laat zien in scènes buiten de rechtszaal, was de maffia zo vervlochten in de Siciliaanse/Italiaanse samenleving dat een buitenstaander dat onmogelijk zomaar zou kunnen ontleden. Het maakte Buscetta destijds tot een van de meest verguisde mannen in heel Italië. Il Traditore is een enerverende karakterschets van de man die de belangrijkste getuige tegen de maffia werd. En een gangsterfilm die niet de geneugten van het genre uit de weg gaat, maar deze wel in een maatschappelijke context plaatst.