The Informer gaat over FBI-infiltrant Pete Koslow die terechtkomt tussen twee vuren. Zowel zijn eigenlijke als zijn criminele opdrachtgevers trekken hun handen van hem af nadat ze hem eerst zo diep mogelijk de penarie in gedwongen hebben. Wanneer iedereen alleen aan zichzelf denkt, blijft er voor Koslow weinig anders over dan dat ook doen. Maar waar anderen vooral lijken te vechten voor hun baantje of voor een grote stapel bankbiljetten, vecht Koslow voor zijn leven en dat van zijn gezinnetje. Zonder het te weten wordt hij hierin bijgestaan door een NYPD-officier die op zoek is naar gerechtigheid voor een vermoorde collega.
Dit klinkt in beginsel als een prima script voor een degelijke actiefilm. Misschien wat weinig verrassend, maar met een overzichtelijke verdeling tussen goed en kwaad en genoeg aanknopingspunten voor stevige actie en spannende ontwikkelingen. Er is dan ook al snel geen ontkomen meer aan de ruige actiescènes. Het gebrek aan verrassing speelt de film echter al snel parten en introduceert een opmerkelijke saaiheid. Zelfs een pure actiescène waarin een slechterik op een allesbeslissend moment door zijn hoofd wordt geschoten kan dan niet meer boeien.
Het opmerkelijke aan deze voorspelbaarheid is dat The Informer een boekverfilming is, gebaseerd op de Zweedse misdaadthriller Three Seconds. Sterke verhaallijnen en verrassende plotlijnen zijn klaarblijkelijk gesneuveld bij de translatie van boek naar filmscript. Niemand heeft echt diepere motieven of verrassende belangen en de ene FBI-agente die op de grens tussen goed en kwaad balanceert doet dat zo opzichtig dat we allemaal wel weten aan welke kant van het spectrum ze eindigt.
De verdeling tussen schuld en onschuld is zo duidelijk afgetekend dat zelfs een willekeurige diender niet omgelegd kan worden voordat hij eerst het slachtoffer wordt van een opzichtige karaktermoord. De actie, het acteerwerk, de decors, het is allemaal voldoende, echt. Zelfs met de dialogen is zelden iets mis. Toch haalt deze actiefilm geen enkele smeuïgheid uit interactie, zoals Die Hard en andere schoolvoorbeelden dat ooit deden.
Onderaan de streep is het eindresultaat minder dan de som der delen. De film heeft niet de doortraptheid om een pakkende actiethriller te worden en niet de onbehouwenheid om zich met popcornklassiekers te meten. Het heeft van beide genres uiteindelijk net de verkeerde eigenschappen. De stereotypes lijken bijna afkomstig uit een cultklassieker, maar de film neemt zichzelf te serieus als ware het een echte thriller. Het is vlees noch vis. Of, zoals Peter Koslow, schurk noch held. Het is soms beter om een kant te kiezen.