Als moeder Mies weet dat ze doodgaat, staan zij en haar drie dochters voor een moeilijke beslissing. Wie krijgt haar geld en het huis? Aan deze erfenis kleeft ook een belangrijke voorwaarde: degene die alles krijgt, moet ook de zorg op zich nemen van de zwaar autistische broer Jan. June is de meest logische keuze, maar vertilt zich al aan het opvoeden van haar eigen drie kinderen. April heeft een heel leven in de VS en May is vooral nog aan het flierefluiten met haar eigen leven. En de deadline nadert, want op haar verjaardag wil Mies er een eind aan maken.
Het is moeilijk om in een verhaal te komen, als de drie hoofdfiguren geen van allen sympathiek zijn. De drie zussen zijn elk op hun eigen manier narcistisch, irritant en wars van enig zelfbewustzijn op het moment waarop moederlief hun het slechte nieuws brengt. En dan lijken ze vooral zichzelf heel erg zielig te vinden. Daardoor wordt het zelfs bij de sympathiekste van de drie, June, nog steeds lastig om mee te gaan in haar emotie als ze in huilen uitbarst, zodra het besef echt indaalt dat haar moeder er binnenkort niet meer is.
Misschien niet heel verrassend, als je bedenkt dat het verhaalidee uit de koker komt van hoofdrolspeelster Linda de Mol. Alles heeft er vooral de schijn van dat dit meer een project is om haar ego te strelen. Denk alleen al aan de drie beroepen die deze gezusters zoal hebben uitgeoefend. April is een soapactrice in Amerika, June schreef voor een glossy en de jongste May probeert als model aan de bak te komen. Alle drie bezigheden waar De Mol iets mee heeft gedaan. Daar komt nog bij dat April, May en June is geregisseerd door Will Koopman, die al veel vaker betrokken was bij film- en tv-projecten waar De Mol ook een creatieve hand in had.
Maar goed, deze zaken hoeven nog niet noodzakelijk een slechte film op te leveren. En je voelt dat er werd gestreefd om hier meer van te maken dan de zoetsappige dramafilm die eruit is gekomen. Allerlei moderne thema's passeren de revue: mantelzorg, duurzaamheid, transgenderschap en natuurlijk euthanasie. Veel meer dan behang worden ze echter niet. Er wordt weliswaar verfrissend normaal over gedaan, maar ook bijzonder lichtjes. De onderwerpen zitten in de film en dat is misschien het meeste wat je ervan kunt zeggen.
Na de valse start gebeurt er toch iets opmerkelijks. Deze onbeminnelijke karakters, voor wie je in het begin bijna niet kunt juichen, stuntelen zich een weg door hun onvolmaakte levens en krijgen vervolgens alle drie flink op hun lazer. En dan, eigenlijk te laat, ga je alsnog die cruciale empathie voelen. Het is misschien waar het beginidee van Linda de Mol is uitgewerkt en waar het scenario van Frank Houtappels en de kundige regie van Will Koopman het overnemen. Het bekruipt je, langzamer dan eigenlijk nodig, maar houdt wel stand tot het einde.