Stel dat de gemeente waar je woont een eigenaar had. Dat de burgemeester niet alleen de leiding had, maar al het land had geërfd en dus bezat. Precies dat is het beroep van Ronnie Reisinger. Baron Ronald Reisinger, zoals hij zichzelf graag voorstelt. Als het even kan getooid in een klassiek Schotse kilt en nertsenmantel - zijn baronie bevindt zich namelijk in Schotland. Dit vertelt Ronnie althans met een dik Amerikaans accent aan iedereen die het wil horen en aan iedereen die het niet wil horen. Zijn kasteel tijdens deze film is het toppunt van kitscherige duurdoenerij: een cruiseschip in de Cariben.
Documentairemaakster Sophie Dros volgt deze bejaarde reus, wiens corpulentie alleen wordt overtroffen door zijn excentriciteit, gedurende de oceaancruise die hij maakt. Van het monsteren en de welkomstbriefing in het begin, tot het terug in de koffer proppen van de rode bontmantel voor het weer van boord gaan. Alles wordt vastgelegd. En niet alleen van Ronald Reisinger zelf; voor het hele cruiseschip heeft Dros carte blanche gekregen. Opmerkelijk wellicht, gezien de uitgestreken en gelikte shots van neonverlichting, gokkasten en dikke tapijten toch niet direct een reclamefilmpje voor de rederij vormen.
Maar het is duidelijk: de koning van de cruise is Ronald Reisinger. Waarom Reisinger op een cruiseschip zit? Omdat hij thuis gewoon een oud mannetje is en op straat niemand naar hem omkijkt. Hier tussen de boven de oceaan hangende bubbelbaden, de dégénérés van de voormalige Sovjetrepubliek en de all you can eat-chocolademousse, wordt Reisinger gezien voor wie hij is. Hier op de glimmende cruise ergens tussen Miami en de Bahama's is hij 'De Baron'.
En van Dros mag Ronnie die baron zijn. Van Dros mag hij meerdere malen zijn meer dan tien namen tellende, adellijke naam noemen; mag hij meerdere malen opscheppen over dat zijn Schotse kasteel te veel kamers heeft om te kunnen tellen; en mag hij ontelbare malen ieder ander die iets in een conversatie probeert in te brengen negeren omdat ze slechts lakeien zijn in zijn zelfgeschreven toneelstuk. Dros eert Reisinger niet, maar ze maakt hem ook zeker niet belachelijk. Zelfs als Reisinger midden in de cruise aan de hartmonitor moet omdat zijn vette lijf hem parten speelt, is er geen 'Man bijt hond'-ondertoon te bespeuren.
De waarheid van Reisingers Afrikaanse, Schotse of Amerikaanse leven lijkt voor Dros net zo weinig interessant als de waarschijnlijk wonderschone plekken die het cruiseschip aandoet. Misschien grappig, misschien mooi, misschien leugenachtig en misschien ook allemaal niet; zowel Ronnie als het schip worden getoond zoals ze zijn en vooral zoals ze zelf willen zijn. Gedurende de film groeien Reisinger en het drijvende landgoed uit tot twee zijden van dezelfde boardingpass. Tot twee reuzen in dezelfde vijver.
King Of The Cruise noemt zichzelf een documentaire, maar onderzoekt, ontkracht of bevraagt geen enkele waarheid. Het lijkt of de film zelf onderdeel is geworden van de twijfelachtige of van iedere waarde gestripte waarheid die hij portretteert. Als de baron liegt, liegt de documentaire mee. En als het cruiseschip neppe emoties door de luidsprekers zingt, zingt de soundtrack deze leegheid uit volle borst mee. Toch verdrinkt het soms adembenemende King Of The Cruise hierdoor niet in zijn eigen kielzog. Want net zo minutieus als de waarheid, snijdt Dros met het verlaten van de haven ook de werkelijkheid weg. Daarmee opent ze onherroepelijk de sluizen naar de symboliek. Vanuit de bioscoop zit je ineens in je eigen cruiseschip. Het uiterst mooie en tegelijk uiterst lelijke cruiseschip waarmee je dagelijks door de onzekere waarheid van je eigen leven vaart.