Het inmiddels tien jaar oude Zombieland was een cultkomedie pur sang. Een cast die bestond uit gevestigde en nog te vestigen namen, losgelaten op een script waar het plezier van afspat. Bovenal was het een film met ijzersterke grappen die robuust genoeg zijn om de tand des tijds te kunnen doorstaan, en origineel en subtiel genoeg om een breder publiek aan te spreken. Deze originaliteit maakt het een vervolg echter bij voorbaat al lastig. En een vervolg is Zombieland: Double Tap. Geen reboot of spin-off, maar gewoon verdergaan waar het eerste deel was gebleven. Als de bekendste grap uit het origineel het zelfs tot in de filmtitel schopt, strompelt deze zombiefilm duidelijk niet weg voor die erfenis.
Het is echter niet onlogisch te beginnen met de vraag waarom het überhaupt tot dit vervolg gekomen is. Vooral Jesse Eisenberg en Emma Stone, in 2009 nog relatieve groentjes, hebben het afgelopen decennium immers flink aan de weg getimmerd. Maar ook de schrijvers van deel één, Rhett Reese en Paul Wernick, hebben inmiddels een flink verfraaid cv, na onder meer twee Deadpool-films. Het einde van de originele Zombieland vroeg daarnaast niet direct om vervolg; de eindjes waren allemaal aardig aan elkaar geknoopt. En was de fundering voor de grappen echt goed genoeg voor nog anderhalf uur zombieknallen, zelfontwikkelde survivalregels naleven en Twinkie-jagen?
De Twinkies zijn inmiddels op, maar de regel waaraan dit tweede deel zijn naam ontleent blijkt ook tien jaar later nog van vitaal belang. Er is echter ook vooruitgang. Zo woont het samengestelde disfunctionele gezin tegenwoordig in het Witte Huis en zijn ze zombies gaan categoriseren op intelligentie. Een nieuw-ontstane zombiesoort lijkt hun vreedzame leventje tussen de bloeddorstige zombies echter te verstoren. Deze categorie laat zich niet simpelweg overhoop schieten of doormidden zagen: deT-800. Inderdaad, genoemd naar de Terminator. Geen film is veilig voor referenties in de voice-over van supernerd Columbus, of het nu een actieklassieker uit de vorige eeuw is of de eigen voorganger.
Dat laatste is alleen wel waar Double Tap op uitdraait: één grote inside joke. Een nieuw, verfrissend verhaal of originele insteek is er niet, het zijn dezelfde mensen die dezelfde problemen te lijf gaan met dezelfde grappen. Daar staat tegenover dat het publiek dat deze vier, deze actie en deze grappen destijds kon waarderen, zich daarom ook nu ongetwijfeld prima zal vermaken. Het is namelijk bij uitstek deze pretentieloze voortzetting die het geheel overeind houdt. Niemand voelde zich inmiddels te goed voor een tweede deel en niemand voelde godzijdank de behoefte een laag verdieping toe te voegen. Na wat geschuif met pionnen zat er nog net genoeg in de tank voor een tweede ritje van anderhalf uur over de postapocalyptische prairie. De Zombieland-franchise heeft wel één ding gemeen met zijn zombies: een double tap betekent onherroepelijk het einde.