Op 2 december 1980 overleed op zesenzestigjarige leeftijd de Joodse Romain Gary aan de gevolgen van zelfdoding. De in Oost-Europa geboren Gary was een man van vele kwaliteiten. Niet alleen was hij een succesvol schrijver en vertaler; hij was tevens diplomaat, gevechtspiloot in de Tweede Wereldoorlog en regisseur van twee speelfilms. Bij zijn overlijden liet Gary een briefje achter waarin hij opbiechtte tevens schuil te gaan achter het pseudoniem van auteur Émile Ajar.
Eén van de beroemdste werken van de als Roman Kacew geboren Gary is het autobiografische La Promesse de l'Aube (De Belofte van de Dageraad) dat in 1970 al eens werd verfilmd. Het boek legde vooral de nadruk op de ingewikkelde, haast verstikkende relatie die de schrijver onderhield met zijn van oorsprong Russische moeder. Als enig kind was hij alles voor zijn moeder, die dan ook moeite had hem los te laten. Niet alleen op zijn weg naar volwassenheid, maar ook toen hij en zijn tijdgenoten afstevenden op de Tweede Wereldoorlog die het levens van veel Europeanen ingrijpend zou veranderen.
Het nut en de noodzaak van een nieuwe verfilming zal velen wellicht ontgaan gezien de plek die de film van Jules Dassin in de Franse cinema inneemt, maar deze tweede versie van La Promesse de l'Aube weet opnieuw de complexe band tussen moeder en zoon bloot te leggen. We zien de schreden die Gary in het leven zet, van jonge vaderloze jongen die met zijn moeder een betere toekomst in Frankrijk voor zich ziet, tot zijn studententijd waarbij hij zijn schrijverschap verder ontwikkelt en bovendien kennismaakt met seksualiteit en liefde.
De echte ster - als je daarvan bij een dergelijke productie al kan spreken - is niet hoofdrolspeler Pierre Ninev die Gary in zijn volwassen jaren vertolkt, maar diens filmmoeder Charlotte Gainsbourg. De Française laat een intrigerende mix zien van tegenstrijdige emoties die zich in Nina Kacew hebben samengebald. Het is aan de ene kant een vrouw die haar mannetje staat, een modezaak runt en er niet voor terugdeinst om de rijke wanbetalers van haar zaak eens flink te les te lezen.
Aan de andere kant is ze een onzekere doch liefhebbende moeder, die haar zoon doodknuffelt maar ook onvoorwaardelijke liefde en toewijding van hem verlangt. Het was Gary's moeder die hem tevens zijn zucht naar avontuur bijbracht en hem leerde om alles wat hij aanpakte met volledige toewijding en passie te doen. Gary hield intens veel van zijn moeder, maar juist die behoefte aan onvoorwaardelijke liefde maakte de band met haar zo ongekend lastig en ambigu.
Deze hernieuwde boekverfilming zit overvol thema's en gebeurtenissen, waardoor het epische karakter niet altijd goed uit de verf komt. Er zijn vijf afgebakende periodes in het leven van de schrijver aan te wijzen: zijn kindertijd in Oost-Europa, zijn vlucht naar en puberteit in het zuiden van Frankrijk, zijn studententijd in Parijs, zijn strijd tijdens de Tweede Wereldoorlog en zijn nadagen in Midden-Amerika. Filmmaker Eric Barbier laat deze alle vijf passeren en giet ze zelfs in een onnodige ingewikkelde raamvertelling. Daarmee haast hij zich door het indrukwekkende leven van de hoofdpersoon.
In zijn zucht naar volledigheid ontkomt Barbier er niet aan dat hij sommige, voor Gary's karakter bepalende thema's afraffelt, zoals diens relaties en de gekte die hij in Afrika opliep na door tyfus te zijn geveld. En dan te bedenken dat de regisseur met zijn medescenarist uit al deze vijf periodes alleen de belangrijkste momenten heeft aangestipt. Gainsbourg weet zich met succes een plek te verschaffen in deze drukte en laat zelfs in haar afwezigheid de diepste indruk achter. Een opmerkelijke constatering, omdat zij in al het handelen en denken van Gary haar stempel lijkt te drukken.
Deze biografie barst haast uit haar voegen van de ambities, wat dan wel weer mooi aansluit bij het temperament en de natuur van de hoofdpersoon. Toch was het levensverhaal van Romain Gary beter tot zijn recht gekomen in een tweeluik of televisieserie.