Amerika is het land van de onbegrensde mogelijkheden. Het land van de onbegrensde zakenmannen die president kunnen worden zonder over de vereiste competenties te beschikken, of die zoveel geld hebben dat ze niet weten wat ze ermee moeten en het daarom maar in de ruimtevaart steken. Intussen staken hun werknemers vanwege slechte arbeidsomstandigheden en lage lonen. Voor hen zijn de mogelijkheden in Amerika helemaal niet zo onbegrensd. De Italiaanse filmmaker Roberto Minervi maakt films over die kansarme bevolkingslaag van de Verenigde Staten. Over mensen in de marge van de maatschappij. In What You Gonna Do When The World's on Fire? richt Minervi zijn blik op de zwarte bevolking van de staten Louisiana en Mississippi.
Minervi volgt tijdens de warme zomer van 2017 vier mensen of groepjes mensen en probeert daarmee een doorsnee van de zwarte Amerikaanse bevolking in het diepe zuiden van de Verenigde Staten weer te geven. Er is de New Black Panther Party, die protesteert tegen het onbestraft neerschieten van zwarte burgers door witte politie. Dat ze telkens voor een nieuw slachtoffer protesteren of hun eigen onderzoek instellen omdat de lijst van doden blijft groeien, zegt genoeg over de urgentie van hun acties.
Ondertussen volgt Minervi ook Kevin Goodman, de 'Indian Chief' van Mardi Gras die het hele jaar door aan zijn mooie kostuum werkt voor het carnaval van New Orleans. In het plaatje dat Minervi schetst, vertegenwoordigt de oude man de culturele traditie, die hij met veel geduld en hard werken in leven probeert te houden. De waardering voor dat werk en de traditie an sich lijkt steeds meer te verdwijnen, en daarmee ook de zichtbaarheid van Goodman en zijn prachtige pak, dat er schitterend uitziet in de contrastrijke zwart-witbeelden van What You Gonna Do When The World's on Fire.
De toekomst van de gemeenschap wordt vastgelegd in de vorm van twee jonge broertjes, Ronaldo King van veertien en Titus Turner van negen, en de gesprekken die zij onderling en met hun moeder hebben. Zij lopen en fietsen door de straten, springen op treinen en zijn zich dankzij hun moeder ontzettend bewust van hun omgeving en van de gevaren die daarin schuilen. En toch is het alsof ze zich helemaal niet bewust zijn van de camera.
Dat geldt niet voor Judy Hill, een voormalig verslaafde die heel wat leed heeft overleefd en nu probeert een ouderwetse, simpele bar te runnen in een oude buurt. Maar dat wordt dankzij gentrificatie en de bijbehorende huurprijsstijgingen steeds moeilijker. Ondertussen is zij ook nog de steun en toeverlaat (soms ook financieel) voor haar familie en vrienden. Het voelt soms bijna of ze recht in de camera kijkt, met zoveel gevoel en directheid vertelt ze haar levensverhaal.
Toch zal dit net als bij de twee jongens het resultaat zijn van een lang proces waarbij Minervi vele uren en dagen filmde, zodat ze gewend raakten aan zijn camera, en hij het gewenste resultaat kreeg. Minervi is een Italiaan die al bijna twintig jaar in Amerika woont daar ook zijn filmcarrière begon. Hij is goed bekend met de complexiteit van verschillende gemeenschappen en de sociale en politieke verhoudingen in de Verenigde Staten. Toch behoudt hij als witte buitenlander een afstand tot zijn onderwerp, zeker in het geval van What You Gonna Do When The World's on Fire (zijn vorige films gingen voornamelijk over kansarme blanke mensen, de zogeheten 'poor white trash'). Aan de ene kant geeft hem dat allicht meer objectiviteit, die zijn observerende stijl ten goede komt. Aan de andere kant blijft hij daardoor ook een beetje aan de oppervlakte van de aangesneden sociale problematiek. Hij had nog best wel iets dieper door mogen dringen.