Eigenlijk is het best ironisch dat het tijdperk van de zomerblockbuster ooit begon met het succes van Jaws. De hedendaagse blockbusters die 's zomers de bioscopen vullen, hebben namelijk weinig van doen met de ambachtelijk gemaakte Spielberg-klassieker. Sterker nog: dergelijke films zorgen tegenwoordig in de zomer vooral voor afwisseling in het verder met franchisetitels dichtgeslibde filmlandschap. Met 'dergelijke films' worden uiteraard niet films bedoeld die de kwalitatieve vergelijking met Jaws kunnen doorstaan (die bestaan immers niet), maar op titels die dezelfde formule hanteren: kleinschalige survivalhorror waarin enkele mensen een hapgrage diersoort proberen te overleven. Dit simpele gegeven resulteert zelden in hoogstaande filmkunst, maar zo nu en dan zit er een leuke verrassing tussen zoals Piranha 3D of The Shallows. Crawl is weliswaar ietsje minder dan die uitschieters, maar weet zijn minimale premisse vrij goed uit te werken.
In Crawl komt de dreiging van enkele alligators die tijdens een orkaan in Florida zijn ontsnapt en nu door de straten zwemmen en moeiteloos je kelder binnendringen. Slecht nieuws dus voor de twintiger Haley, die net in haar ouderlijk huis kwam kijken hoe het met haar vader was. In de kelder treft ze hem zwaargewond aan en na de reden daarvoor te hebben ontdekt, blijkt ze zich in hetzelfde schuitje te bevinden. In een hoekje kunnen de twee zich weliswaar verschuilen voor de hongerige reptielen, maar door het alsmaar stijgende water wordt de behoefte aan een veilige uitweg steeds urgenter.
In zijn pretentieloosheid is Crawl heerlijk simpel en overzichtelijk. Eén locatie, twee personages en een handvol alligators blijkt genoeg om een kleine anderhalf uur de aandacht vast te houden. Dat daarin niet alles in dienst staat van het verhaal (uiteraard lopen de eerste ontsnappingspogingen op niets uit) valt prima te vergeven; de personages proberen immers ook maar wat. Tussen de goed getimede schrikmomenten wordt een niet onverdienstelijk verhaaltje afgedraaid waarin Haley en haar vader wat nader tot elkaar komen. Erg diep gaat dit allemaal niet, maar deze scènes hadden een stuk slechter kunnen uitpakken. Van hetzelfde laken een pak is het onvermijdelijke moment waarop professioneel zwemster Haley haar behendigheid in het water moet benutten om de alligators te snel af te zijn. Volslagen idioot natuurlijk, maar Crawl weet er zowaar iets spannends van te maken, terwijl dit net zo goed belachelijk had kunnen worden.
Jammer dus dat sommige elementen een stuk minder sterk worden benut. Zo komt de focus dusdanig op de dreiging van de alligators te liggen dat de orkaan niet veel meer blijkt dan achtergrondgeluid. Want hoewel deze storm dusdanig hevig zou moeten zijn dat de halve staat is geëvacueerd, maakt deze het enkele plunderaars totaal niet moeilijk wanneer deze met bootjes op pad gaan. Iets vergelijkbaars zien we in de fysieke toetakeling door de alligators. Er vloeit genoeg bloed, maar voor echte dreiging zou nog wel iets steviger mogen worden uitgepakt. Vader en dochter krijgen er regelmatig flink van langs, maar hun strijd wordt er nooit echt moeilijker op. Een beet zorgt even voor wat pijn en bloedverlies, maar vijf minuten later lijken alle wonden weer volledig geheeld. Een overlevingsstrijd is erbij gebaat als hij steeds een beetje moeilijker wordt en daar is in Crawl niet echt sprake van.
Toch zal de film menig liefhebber van pretentieloze pulp wel kunnen bekoren. Dat is voor een groot deel te danken aan de sympathieke hoofdrollen van Kaya Scodelario en Barry Pepper, maar vooral aan de fijne regie van Alexandre Aja. Deze Fransman was eerder verantwoordelijk voor het reeds genoemde Piranha 3D, evenals de verrassend sterke The Hills Have Eyes-remake en het lekker eigenzinnige Horns. Met een dergelijke staat van dienst is het best verrassend dat hij nog niet is ingelijfd voor een grote studioproductie (zoals vergelijkbare horrorregisseurs James Wan, Neill Marshall en Scott Derrickson), maar misschien is dat wel juist iets om te koesteren. Immers, als alle interessante genrefilmmakers worden geronseld voor grote franchisefilms, zullen de kleine tussendoortjes als Crawl toch wat aan smaak verliezen.