De filmende broers Jean-Pierre en Luc Dardenne hebben het vermogen om binnen enkele minuten je compleet in een andere wereld te doen belanden. De Walen hebben een kenmerkende stijl. Ze werken veel met jonge amateuracteurs, filmen dicht op de huid en verstaan de kunst van naturelle dialogen. Bij het behandelen van hun veelal sociaal-maatschappelijke thema's is elke vorm van opsmuk, zoals muziek of beeldeffecten overbodig.
Het echte leven is al ernstig genoeg, zo lijkt het devies van de Dardennes. Het is dan ook niet verwonderlijk dat het regisseursduo hun loopbaan begon met documentaires. Het echte leven krijg je nooit bij elkaar verzonnen en juist daarom sluit hun fictiewerk zo goed aan bij wat er in de samenleving leeft. Het is dan juist de worsteling van het individu met deze maatschappelijke ontwikkelingen die hun werk zo invoelbaar maakt.
Onbekend maakt bovendien onbemind en dat geldt zeker voor de nieuwste titel van de broers. In Le Jeune Ahmed is het beminnen echter behoorlijk lastig. In een aantal vluchtige maar rake momenten schetsen de Dardennes het relaas van tiener Ahmed die onder invloed van zijn imam in rap tempo radicaliseert. De regisseurs verbeelden de rasse schreden naar fundamentalisme is schematische brokken. Ahmed weigert de juf een hand te geven. De jongen oordeelt over het drankgebruik van zijn moeder en de behoorlijk onthullende kledingkeuze en vrije levensstijl van zijn zussen.
Het is echter te makkelijk om ons enkel een jongen te laten zien die zijn oordeel klaar heeft en rechtvaardiging vindt in een letterlijke interpretatie van de Koran. Waar Le Jeune Ahmed in excelleert is dat het in amper negentig minuten de vele nuances van geloof laat zien en vooral hoe de hoofdpersoon het onvermogen heeft om deze nuances te onderscheiden. Toch dicteert de realiteit dat het niet enkel kinderen zijn die zwart-wit denken, verwoede pogingen van de omgeving ten spijt om verkeerd gedachtegoed bij te sturen.
Le Jeune Ahmed is verdeeld in twee aktes van ongelijke lengte. Het eerste deel, waarin Ahmed zijn ideeën opdoet, laat zien dat ook binnen de islam discussies woeden over de uitleg van het heilige boek en de Arabische taal. Ahmed en zijn imam hebben niets op met de vrijdenkende juf Inès die de taal aan haar pupillen bijbrengt met liedjes en een vrije interpretatie van de Koran. Zoals bij iedereen die anderen hun moraal opleggen is er geen ruimte voor afwijkende invalshoeken. Er is immers maar één waarheid.
Deze 'afvallige' onderwijzeres moet gestopt worden en de jongen neemt dan ook een ingrijpende beslissing. De nasleep hiervan vormt de inleiding voor de tweede akte, die zich meer richt op het innerlijke proces van Ahmed. Dit keer is het niet zijn religieuze omgeving die richtinggevend is of kaders schept, maar is hij voornamelijk op zichzelf aangewezen. De Dardennes weten op krachtige wijze niet alleen de wanhoop maar ook de uitzichtloze situatie van hun hoofdpersonage te vatten.
Dit is cinema die je onmogelijk beroerd kan laten. De tegen de documentaire aanschurkende vorm die het regieduo hanteert is een klap in je gezicht. Er gloort weinig hoop, vooral met het besef dat kinderen van de leeftijd van Ahmed gemakkelijk kunnen ontsporen, of het nu door een radicale geloofsbeleving of foute vrienden is. Is een tiener verantwoordelijk te houden voor zijn gedrag? En hoe legitiem is het te denken dat hij diverse keuzemomenten later toch echt tot bezinning had moeten komen?
Le Jeune Ahmed toont ons wederom een niche van de moderne samenleving die zich manifesteert in een locked-in-syndroom met waanideeën. De Dardennes zijn meesters in het op pijnlijke wijze blootleggen van de open zenuw die wordt veroorzaakt door onbegrip, niet begrepen worden en het vastklampen aan een valse waarheid.