Alleenheidstraining. Als jongste van het gezin is Sam ervan overtuigd dat hij straks als enige overblijft, en dus moet hij zich voorbereiden op totale eenzaamheid. Hij kiest een vakantie op Terschelling om zich elke dag langer af te zonderen van iedereen op een verlaten strand. Zijn rare obsessie met de dood wordt op de proef gesteld door leeftijdsgenoot Tess, een eilandbewoonster met een geheel eigen missie. Ze heeft stiekem haar vader uitgenodigd, die nog niet eens weet dat zij bestaat. Maar hoe kan ze hem vertellen dat hij haar pa is?
Mijn Bijzonder Rare Week met Tess is een verfilming van het gelijknamige jeugdboek van Anna Woltz. Op het filmfestival van Berlijn was hij goed voor een speciale juryvermelding. Niet slecht voor een speelfilmdebuut. Regisseur Steven Wouterlood wist de jury te imponeren door diepere thema's zorgvuldig en toch op een vrij luchtige manier aan te stippen. Het zijn ook vooral de sterk uitgewerkte details die de film boven het maaiveld doen uitsteken. Bijvoorbeeld hoe de vader van Sam meerdere keren de kraker Leef van André Hazes jr. zingt. Het zegt wat over zijn levenshouding, maar geeft ook contrast met wat er in Sams hoofd spookt.
Het grootste euvel is het geluid, dat aan dezelfde kwaal lijdt als veel andere audio in Nederlandse kinderfilms. Het is wat dof en kunstmatig, en klinkt achteraf ingesproken. Het geeft in Nederlandse filmproducties, en erger nog in Nederlands ingesproken films, vaker een drempel om je te laten meeslepen. Ook nu duurt het zeker een aantal scènes voordat je eraan gewend bent, maar dat gebeurt zeker wel. Mijn Bijzonder Rare Week met Tess heeft alle charme mee, en ook het verhaal boeit uitstekend.
Belangrijke component is de casting van de twee jeugdige hoofdpersonen. Sonny Coops van Utteren is nieuw in het vak, maar dat zou je niet zeggen. Hij heeft iets vertrouwds over zich heen, en het is makkelijk om je te vergissen dat je zijn gezicht al vaker in films hebt gezien. Misschien is het een bepaald zelfvertrouwen waarmee hij de rol invult. Mogelijk ligt er nog wel een grotere druk op Josephine Arendsen, die als Tess ook de titel op haar schouders draagt. Ze start enigmatisch en levendig en overtuigt ook wanneer ze haar breekbare kant moet laten zien. Natuurlijk ligt dat voor een deel aan de regie, maar je moet bewondering hebben voor dit prille talent.
Een vergelijking waar eventuele jongere lezers niets aan hebben: de eerste scène waarin Sam een ontmoeting heeft met Tess doet nog een beetje denken aan de Hal Ashby-klassieker Harold and Maude. Hij is geobsedeerd met de dood, terwijl zij salsa wil leren dansen. De iets te morbide jongeman die met een levenslustige vrouwelijk personage wordt opgescheept, alleen nu is ze van dezelfde leeftijd. Al snel blijkt die YouTube-dansles ook voor haar andere betekenis te hebben, maar alleen al op zichzelf staand snap je zijn fascinatie. Je ziet hier een eerste chemie ontstaan.
Verfrissend is wel hoe het thema vakantieliefde vanaf het begin wordt aangehaald, en dat je er ook zeker wat van proeft in de titel, maar dat het niet clichématig de boventoon voert. Het is een zijspoor voor veel prangendere zaken: Sams moeilijke omgang met de dood en de missie van Tess om haar vader te leren kennen. Lang lijken de twee niet helemaal te weten waar ze staan, terwijl de familie vooral grapt dat ze vriendje en vriendinnetje zijn. De eerste basis is daardoor vriendschap, niet een overgeromantiseerde aantrekkingskracht. En dat is eigenlijk wel fijn, voor de verandering.
Mijn Bijzonder Rare Week met Tess zou een gelukstreffer kunnen zijn, die op een zeer sterk jeugdboek als bronmateriaal kan leunen. Maar daar zijn geen aanwijzingen voor. Het gebruik van de locaties op Terschelling, de sterke visuele vertelkeuzes en de fijnzinnige acteursregie rieken eerder naar jong talent. Door bepaalde elementen heel helder te houden, weet Wouterlood ruimte te scheppen om tussen de regels door meer diepte op te zoeken. Hij moet maar eens vaker films maken.