Dragon Ball Super: Broly
Recensie

Dragon Ball Super: Broly (2018)

Gedegen oorsprongsverhaal en een spectaculaire krachtmeting tussen enkele favoriete Saiyans.

in Recensies
Leestijd: 4 min 6 sec
Regie: Tatsuya Nagamine | Cast (Stemmen): Vic Mignogna (Broly), Sean Schemmel (Goku, Gogeta), Christopher Sabat (Vegeta, Piccolo, Shenron, King Vegeta), Chris Ayres (Frieza), Jason Douglas (Beerus, King Cold), e.a. | Speelduur: 100 minuten | Jaar: 2018

Dragon Ball is in de jaren tachtig begonnen als een mangaserie (dat wil zeggen: als een Japanse stripboekenreeks), geschreven en geïllustreerd door Akira Toriyama. Inmiddels in de Dragon Ball-franchise flink uit zijn krachten gegroeid, met animefilms en -series, speelgoed en een hele waslijst aan computerspellen. Toen Dragon Ball Z in de zomer van 2000 voor de eerste keer op de Nederlandse buis te zien was, leerde ook het grote publiek in ons eigen kikkerlandje kennismaken met de verhalen rondom Goku en Vegeta. Gezien de enorme populariteit van de serie is het best opmerkelijk te noemen dat geen van de eerdere Dragon Ball-animefilms ooit de Nederlandse bioscopen heeft gehaald. Gelukkig komt daar nu verandering in.

Dragon Ball Super: Broly is de twintigste animefilm in de reeks en een waar feestje voor fans van het eerste uur. Veel van de personages - onder wie Goku, Vegeta, Frieza, Piccolo en Bulma - maken wederom hun opwachting in dit filmavontuur, maar het is niet slechts een hersenloos knokpartijtje tussen oude favorieten geworden. De film voorziet namelijk in een essentiële behoefte van veel liefhebbers: dat die woeste aartsrivaal Broly nou eindelijk eens een gedegen oorsprongsverhaal krijgt toebedeeld. In de voorgaande films was hij slechts een brullende vechtmachine, die een voorliefde had voor het uitroepen van het woord 'Kakarot' (een koosnaampje voor zijn onnozele tegenstander Goku).

Nog altijd is Broly niet erg spraakzaam, maar ondanks die tekortkoming weten de makers wel een emotioneel laagje aan het personage toe te voegen. De geschiedenis van de bruut heeft iets heel tragisch, vooral omdat zijn op wraak beluste vader Paragus hem als een soort vechthond in toom probeert te houden. Het verhaal begint eenenveertig jaar geleden op de planeet Vegeta, de thuishaven van de Saiyans (een ras van superkrijgers). De intergalactische tiran Frieza heeft het stokje overgenomen van zijn vader King Cold om te heersen over zijn enorme slavenleger. Labiel als hij is, besluit Frieza de planeet en de bevolking - na enkele bewezen diensten - compleet te vernietigen met een rode energiebal. De Dragon Ball-fans kunnen wel voorspellen welke personages op tijd zijn gevlucht en zich elders in de kosmos hebben gevestigd.

Nieuwkomers zullen wellicht overdonderd raken door de hoeveelheid personages en termen die op hen worden afgevuurd. Het is dus maar de vraag in hoeverre argeloze bioscoopbezoekers die niet bekend zijn met de materie kunnen genieten van Dragon Ball Super: Broly. Er zijn veel referenties en flashbacks naar de Dragon Ball-series en de film maakt af en toe grote tijdsprongen. Zijdelings worden ook kleinere zaken van een verklaring voorzien, bijvoorbeeld hoe de Saiyans aan hun 'scouter' (een soort hypermoderne monocle waarmee zij krachtniveaus kunnen meten) zijn gekomen. Wat de zaak er ook niet gemakkelijker op maakt is dat na bijna een uur nog steeds nieuwe personages worden geïntroduceerd.

Toch is Dragon Ball Super: Broly een uitstekende film voor de liefhebbers. In de aanloop naar een onvermijdelijk eindgevecht tussen Goku, Vegeta, Frieza en Broly wordt de speelduur bijzonder effectief benut. Knap is vooral dat de makers zo bliksemsnel weten te schakelen tussen humoristische, emotionele en spectaculaire momenten, zonder dat de film begint te wankelen. De afzonderlijke verhaallijnen zijn bovendien op een slimme manier met elkaar verweven en veel scharnierpunten in het plot zijn onomkeerbaar (al weet je dat natuurlijk nooit helemaal zeker bij een film waarin personages een 'perfecte wens' kunnen doen bij een gigantische, pratende draak).

Veel plezier schuilt in de dynamiek tussen de kleurrijke personages. De verbale botsingen tussen heethoofd Vegeta en de naïeve Goku zijn nog altijd een genot om naar te kijken, ook al is de glans er inmiddels wel een beetje van af. Daarentegen hebben de fysieke krachtmetingen tussen de personages er nog nooit zo spectaculair uitgezien. Op sommige momenten krijgen de traditioneel getekende beelden een beetje hulp van wat CGI-tovenarij, zodat de gevechten er nét even wat vloeiender uitzien. Hoogtepunt is een knokpartij in een soort caleidoscopische schijnwereld, waarbij de Saiyans elkaar met de snelheid van het licht te lijf gaan. Soms is de actie zo pijlsnel dat de ogen van de kijker het nauwelijks kunnen bijhouden. Hoe spectaculair dat eindgevecht ook moge zijn, een uitputtingsslag is het wel.

Vlak voor het einde heeft Dragon Ball Super: Broly nog een wending voor de kijker in petto, die mogelijk van grote invloed is op het toekomstige verloop van de reeks. Voor de makers van de Dragon Ball-films is het trouw blijven aan de canon echter niet heilig, dus of op de ingeslagen weg wordt doorgegaan is nog maar de vraag. Wel is het te hopen dat de makers voor een eventueel vervolgdeel net zoveel kwaliteit weten te verpakken. Misschien moeten de ware fans de zeven drakenballen maar eens bijeenbrengen, de draak Shenron oproepen en een waardige sequel wensen.