Bijzonder eigenlijk, dat nooit iemand eerder op het idee is gekomen om een speelfilm te baseren op het populaire televisieprogramma All You Need is Love. Al ruim vijfentwintig jaar stelt presentator Robert ten Brink alles in het werk om geliefdes (weer) bij elkaar te brengen. Ten overstaan van een joelend en applaudisserend tv-studiopubliek mogen de tortelduifjes elkaar de liefde betuigen of zelfs het ja-woord geven. Dat is soms hartverwarmend, maar vaker ronduit klef. Kortom: sentiment dat uitstekend past bij de sfeer van de kerstdagen.
Maar is een uitgehold format van een tv-programma ook meteen bruikbaar voor een speelfilm? Het antwoord is nee. Afgaande op de hoge kijkcijfers van All You Need is Love beleven veel mensen jaarlijks plezier aan het programma - al dan niet met een glaasje wijn, kaasblokjes en een doos tissues in de aanslag - maar het medium film vraagt nu eenmaal om méér dan alleen een aaneenrijging van romantische momenten. Bijvoorbeeld om personages die zich ontwikkelen en verhaallijnen die onderling sterk met elkaar vervlochten zijn en zo een samenhangend geheel vormen. Alleen een overkoepelend liefdesthema om de boel bij elkaar te houden is niet voldoende.
Vanuit het scenario van Paula van der Oest krijgt het verhaal aanvankelijk een duwtje in de goede richting. Presentator Maarten ter Horst (losjes gemodelleerd naar Robert ten Brink) belandt na de dood van zijn vrouw in een depressie, waardoor hij de aanstaande All You Need is Love-kerstspecial met weerzin tegemoetziet. Hij besluit voor een time-out te vluchten naar het gure Schotland. Ondertussen raakt het redactieteam volledig in rep en roer, want hoe vinden de makers binnen afzienbare tijd een vervanger die de show kan presenteren? De productieassistenten moeten daarnaast grote moeite doen om nieuwe kandidaten voor hun programma te werven.
Tijdens die zoektocht passeren behoorlijk veel personages de revue - misschien zelfs te veel. All You Need is Love is een bomvolle mozaïekfilm in de stijl van Alles is Liefde, maar dan met personages die nauwelijks aanvoelen als mensen van vlees en bloed. Aldus regent het stereotypes in de film van Will Koopman, die met Gooische Vrouwen wel degelijk haar talent etaleerde voor het in beeld brengen van komische en herkenbare situaties. Ditmaal moet de regisseuse het vooral doen met ergerniswekkende figuren, zoals een gesjeesde producent, een jointjes rokende rapper en een bejaarde vrouw die aan de lopende band discrimineert.
Dat bijna het gehele Nederlandse acteursensemble voor deze film is getypecast, helpt ook niet mee. Frank Lammers draaft voor de zoveelste keer op als de oenige vader des huizes, Rop Verheijen als (latente) homoseksueel en Peter Paul Muller als een Amsterdamse schreeuwlelijk die op onbewaakte momenten stiekem een traantje wegpinkt en gewoon een heel klein hartje heeft.
Toch schemert er soms iets door van de hilarische komedie die All You Need is Love had kúnnen zijn. Op neppe archiefbeelden is bijvoorbeeld te zien hoe Gerco (Waldemar Torenstra met matje en boers accent) de verlegen Sandra (Anniek Pheifer met lange blonde pruik) meevraagt op een date. Kleine spoiler: dat verzoek leidt tot een afwijzing, waarbij de overdreven enthousiaste aanpak van de presentator nog eens een schepje bovenop het sociale ongemak doet. Het is een van de weinige momenten die een glimlach op het gezicht van de kijker teweegbrengt. Wellicht zou All You Need is Love daarom beter werken als ongeremde parodie op het bekende liefdesprogramma. Nu is deze Nederlandse romkom vooral heel erg veilig en voorspelbaar.