Ongeveer tegelijk met Disney begon Warner Bros. aan een Jungle Book-film. De filmstudio gaf acteur Andy Serkis een flink budget om zijn regiedebuut te maken. De competitie met Disneys live-action film rond de beroemde verhalen van Rudyard Kipling pakte niet goed uit. Mowgli, zoals de film lange tijd heette, werd meermaals uitgesteld om de nodige tussenpoos te creëren met Disneys Jungle Book. Uiteindelijk besloot Warner zelfs van een bioscooprelease af te zien en de film aan Netflix te verkopen. Daar is hij vanaf 7 december dan eindelijk te bewonderen.
De voorgeschiedenis van Mowgli heeft wat tragisch. Warner stelde altijd vol overtuiging dat Mowgli alleen maar werd uitgesteld om regisseur Andy Serkis alle ruimte te geven om aan de visuele effecten te werken. Waarschijnlijker is dat men vreesde dat de film zich niet voldoende zou weten te onderscheiden van de concurrent. Die vrees blijkt terecht, ook al geeft Mowgli een heel eigen draai aan het materiaal en komt hij een stuk duisterder over dan het Disney-materiaal.
Is het geoorloofd om te vergelijken? Ergens wel natuurlijk: het gaat immers om twee films met hetzelfde bronmateriaal. Heeft de laatste bestaansrecht als hij niets toe te voegen heeft? Misschien niet, maar dat kun je Mowgli niet aanrekenen, want hij werd vrijwel gelijktijdig met Jungle Book aangekondigd en gedraaid. Toch heeft de film die als eerste uitkomt een voorsprong die maar moeilijk is weg te poetsen. Laten we concentreren op de gedeelde pluspunten: de visuele effecten zijn ook bij Mowgli bijzonder mooi, het stemmenwerk van de topcast is erg overtuigend en het verhaal van het mensenjoch Mowgli dat opgroeit bij de wolven en vanwege zijn menselijke oorsprong de toorn van tijger Shere Khan opwekt, wordt krachtig overgebracht.
Mowgli geeft op meerdere manieren een eigen interpretatie aan het bronmateriaal. Regisseur Serkis heeft ervoor gekozen om dichter bij het origineel te blijven. Dat betekent dat het verhaal wat minder vrolijk is dan de Disney-variant. Er ligt meer nadruk op de zoektocht van Mowgli - een indrukwekkende rol van de jonge knul Rohan Chand - naar zijn identiteit en de manier waarop anderen naar die identiteit kijken. Het is daarmee een diepgaand verhaal, dat de nodige moraliteit met zich meebrengt en vragen over hoe je identiteit en afkomst bijna onherroepelijk met elkaar vervlochten zijn.
Op zichzelf is Mowgli een indrukwekkende prestatie. De dieren zijn overtuigend geanimeerd en de stemacteurs doen hun werk erg goed. Cate Blanchett is uiterst verleidelijk als de slang Kaa en Peter Mullan weet als wolfvader Akela indruk te maken. Deze iets duisterdere versie van Jungle Book is erg geslaagd, al lijkt hij aan het verhaal van Kipling weinig écht nieuws toe te voegen. Dat is een van de weinige kritiekpunten, ook al blijft de boodschap anno 2018 onverminderd relevant.
Benieuwd wat Shere Khan-vertolker Benedict Cumberbatch over de film te zeggen heeft? Lees dan ons interview met hem.