Nicolas Cage is op z'n best als hij iemand zonder remmingen speelt. Zijn filmografie puilt uit van de personages die overmatig drinken, cocaïne snuiven, op een wraakmissie belanden of in blinde razernij om zich heen meppen. Stiekem zijn dát nou juist de rollen waarin je hem het liefst ziet. De acteur is gebaat bij zo min mogelijk dialoog en zo veel mogelijk krankzinnigheid. Wat dat betreft is het psychedelische Mandy een heerlijk onvervalste 'Cage-Rage': de halve speelduur zwaait hij in het rond met een vlijmscherpe decoratiebijl en is zijn gezicht besmeurd met het bloed van zijn vijanden.
Het is 1983, ergens aan de westkust van Noord-Amerika (maar om de productiekosten te drukken is de film gewoon opgenomen in België). Midden in de bossen woont houthakker Red Miller samen met zijn vrouw Mandy Bloom, want de twee hebben nu eenmaal niet zo veel op met de materiële buitenwereld. De geliefden slijten hun dagen met dromerig in elkaars armen liggen, filosoferen over de planeten en het lezen van fantasypulpboekjes. Dat is overigens meer aan Mandy besteed dan aan de zwijgzame Red.
Wanneer Sand Jeremiah, een religieuze sekteleider, per toeval Mandy in de bossen tegenkomt, kan hij zijn gedachten niet meer van haar afhouden. Hij voelt zich naakt zonder de jonge vrouw en heeft haar nodig om weer 'heel' te worden. Daarom besluit hij een bende demonische motorrijders op te roepen, die de opdracht krijgen om Mandy voor hem te ontvoeren. Natuurlijk loopt een en ander daarbij volkomen in de soep; de sekteleden dwingen Red om getuige te zijn van een afschuwelijk verbrandingsritueel - dat van zijn eigen vrouw.
Bloed en vuur, dat zijn de twee voornaamste elementen in Mandy, een film die aanvoelt alsof je lsd hebt geslikt tijdens een heavymetalconcert. Zelfs de openingstekst laat er geen misverstand over bestaan: "When I die, bury me deep, lay two speakers at my feet, wrap some headphones around my head, and rock and roll me when I'm dead." De Italiaanse regisseur Panos Cosmatos wil dus gewoon keihard rocken, maar tovert niet naar willekeur allemaal vreemde beelden op het scherm. Hij brengt juist een knallende liefdesverklaring aan alles wat hem ooit zo dierbaar is geweest: de muziek uit zijn jeugd, de fantasyromans, de films uit de jaren tachtig - met name Mad Max en Conan the Barbarian - en ten slotte zijn eigen vader en moeder.
Dat die liefde uit zijn tenen komt is aan elk shot voelbaar. Cosmatos maakt gebruik van prachtige rode, blauwe en groene kleurenfilters en smeert zijn film dicht met meanderende scènes, waardoor een unieke, dromerige sfeer ontstaat. Op het cinematografische vlak is Mandy absoluut een klein wonder te noemen. Kijk maar eens goed naar de scène waarin Jeremiah en Mandy tegenover elkaar zitten en je het gezicht van de een weerspiegelt ziet in dat van de ander. Tevens een knappe prestatie van de acteurs, die voor deze bewuste opname minutenlang niet met hun ogen mochten knipperen.
Zoals gezegd is Nicolas Cage in topvorm, maar ook Linus Roache (bekend van zijn rol als koning Eckbert in de televisieserie Vikings) mag niet worden onderschat. Roache weet op een subtiele manier een dreiging over zijn gelaat te brengen, waardoor je altijd de indruk krijgt dat het kwaad zich ergens in de inktzwarte poelen van zijn pupillen roert. Maar degene die het meest in het oog springt is actrice Andrea Riseborough. Alsof ze zojuist met een tijdmachine uit de jaren zeventig of tachtig is overgekomen, zo ziet ze eruit - een uitstekende castingkeuze.
In de basis is Mandy een eenvoudig wraakverhaal. Originaliteit moet dus niet gezocht worden in de plotverwikkelingen, maar juist in de allesoverheersende stijl. Wie een beetje oplet, ziet echter dat stijl en inhoud elkaar wel degelijk vinden: het 'swords and sorcery'-genre waaraan Cosmatos zo hevig refereert omvat precies dezelfde verhaalelementen. Er is altijd wel een jonge vrouw te vinden die in de handen van een kwade tovenaar is gevallen en op de redding van haar mythische held wacht. Het verschil is alleen dat Mandy geen verlossing biedt, enkel eindeloze duisternis.