Een parodie van zichzelf. Dat is wat Terrence Malick volgens velen was geworden. Het recept van een drama van Malicks hand: een intuïtieve melange van ogenschijnlijk willekeurig bijeengebrachte, maar adembenemende fotografie; van imposante landschappen tot gedetailleerde close-ups van getroebleerde maar mooie mensen, die in een poëtische, vaak allegorische voice-over hun existentiële crisis uit de doeken doen. Een recept dat van oorlogsfilm The Thin Red Line (1998) en familiedrama The Tree of Life (2011) een hit maakte, maar dat zorgde voor gemengde kritiek op zijn latere werk.
Critici noemden zijn esthetiek hol en zijn filmografie een herhaling van zetten. Ook ik kon over rolprenten als To the Wonder (2012), Knight of Cups (2015) en Song to Song (2017) weinig enthousiast zijn. De cineast - die al sinds zijn debuut Badlands uit 1973 tot de belangrijkste filmmakers gerekend wordt - werd verweten niets nieuws te brengen.
Voyage of Time: Life's Journey is iets nieuws. Het is een documentaire die geen documentaire is. Het is wetenschap die niet enkel wetenschap is; een filosofisch onderzoek in beeld en geluid; een filmische bespiegeling; het is kunst in meer dan één verschijningsvorm. De film, waar Malick samen met een team van vooraanstaande wetenschappers, natuurfilmers en visueel vormgevers dertig jaar aan heeft gewerkt, wil de geboorte van de wereld laten zien; van de oerknal, via eencellige organismen, tot het zoogdier mens en hoe die mens het leven én de planeet vervolgens zelf vormgeeft. De reis die het bestaan heeft afgelegd en nog zal afleggen.
Een dergelijke evolutie van mens en kosmos zagen we eerder al in The Tree of Life. De zoektocht van de hoofdpersoon naar zijn plek in het heelal is daar versneden met bombastische beelden van dat heelal in wording. Net als het drama uit 2011 is zijn nieuwe film een contemplatie over het wonder van de natuur en de schoonheid en het mysterie van het bestaan. Voyage of Time: Life's Journey is echter een film die geen personages bevat, behalve dat ons leven hier het personage is.
Voyage of Time: Life's Journey verweeft verschillende soorten beelden: haarscherpe natuurfotografie met computergegenereerde beelden van astrofysische verschijnselen, microscopische met telescopische opnamen, het één kracht bijgezet door composities van Bach, Beethoven en Mahler, het ander in stilte, of met enkel het ruisen van bladeren of het stromen van water. Al deze visuele bombast wordt gecombineerd met grofkorrelig beeld van de straat, verzameld van de videocameraatjes die de regisseur uitdeelde aan inwoners van over de hele wereld om hun dagelijks leven vast te leggen. De volksfeesten en rituelen, hun pijn en hun verdriet.
Het intrigerende is dat, na de imposante opening en het haast religieuze geprevel van de voice-over, het eerste beeld van de mens dat van een oude vrouw is, scharrelend achter een karretje. Het tweede dat van een dakloze die tegen de muur gezakt is; het derde een verwarde vrouw die, languit liggend op een autoweg, door iedereen genegeerd wordt. De mens die Malick ons toont is niet de ultieme mens, maar de verlorene. Precies hierom draait Voyage of Time: Life's Journey; om de schoonheid van het leven, maar ook om het mysterie. De wanhoop, het niet weten, het roepen.
Voyage of Time: Life's Journey ging in première op het filmfestival van Venetië van 2016 en draait vanaf nu in de bioscopen. Er is eveneens een kortere IMAX-versie van drie kwartier in omloop, waarin Brad Pitt (eveneens producer van beide films) de voice-over voor zijn rekening neemt. In de bioscoopversie is Cate Blanchett de verteller, een dromerig 'ik' dat zich tot 'Moeder' richt en vragen stelt zonder ze te beantwoorden.
Ook deze film vergt het geduld - en de medewerking - van de kijker, met een mijmerende voice-over die nu en dan uitermate treffend en meeslepend is, maar eveneens te nadrukkelijk of dwingend kan zijn. Het deel waar de mens - uitgebeeld met behulp van acteurs - om de hoek komt kijken voert de kijker wat al te plicht- én schetsmatig langs de obligate artefacten en culturele uitingen als de grottekening, het vuur, wapens, de nederzetting en verschijnselen als onderlinge strijd. Het pedante of aanstellerige toontje ligt nog altijd op de loer. En de gretigheid waarmee al die schoonheid wordt vastgelegd neigt opnieuw naar kitsch. Aan de andere kant: de big bang kan niet anders dan bombastisch zijn. Daarom is Malicks passie voor pathos en visueel vuurwerk in een project als dit op zijn plaats. Beeld en tekst vloeien als vanzelf in elkaar over en komen hier logischerwijs uit elkaar voort. Het probleem dat ik met een film als Knight of Cups had was precies dát: wéér die spirituele voice-overs, die navelstaarderij, de eeuwige zoektocht naar de zin van het leven. Het is te pretentieus, te objectiverend gebracht, te veel iets van een ander. Maar dit verhaal gaat ons allemaal aan.