Wanneer loonslaaf en kantoorklerk Phineas Taylor Barnum de zak heeft gekregen omdat zijn bedrijf failliet is verklaard, halen zowel hij als zijn vrouw Charity de schouders op. Hun twee dochters en hun huwelijksgeluk zijn het enige dat telt. Het echtpaar maakt een dansje op hun New Yorkse dakterras met op de achtergrond een grote volle maan tegen een donkerblauwe lucht.
Het shot van Michael Graceys biopic The Greatest Showman refereert wel heel expliciet naar de romantische ontmoeting in het planetarium in La La Land. Er zijn dan ook enige parallellen aan te wijzen tussen de twee musicals. Want ook hier tekende het jonge Oscarwinnende schrijversduo Benj Pasek en Justin Paul voor de liedjes.
En daar hebben we dan ook het grootste minpunt te pakken van deze massaproductie met hoofdrollen voor Hugh Jackman, Michelle Williams en Zac Efron. Pasek en Paul kozen uitdrukkelijk voor popmuziek om het leven van ondernemer en circusdirecteur P.T. Barnum vorm te geven. De muzikale nummers houden het midden tussen het werk van het Zweedse hitkanon Max Martin en het werk van de doorsnee boyband. En dat voor een verhaal dat zich afspeelt in de negentiende eeuw.
Tot overmaat van ramp draait de Auto-Tune op volle toeren, waardoor de opgepoetste zangstemmen doen denken aan die van de jongerenserie Glee. Dat Pasek, Paul en Gracey het allemaal niet al te serieus nemen wordt duidelijk als ze een Zweedse operazangeres ten tonele voeren. Haar beltnummer Never Enough staat mijlenver van opera af, maar is wel het sterkste lied en staat garant voor een nominatie- en prijzenregen.
De waardering voor The Greatest Showman valt en staat dus grotendeels met de klik die je kan maken met de muzikale keuzes. Niet geheel onbelangrijk voor een musical, een genre dat Hollywood nog steeds te veel links laat liggen. Alleen al daarom zijn de inspanningen van het productieteam toe te juichen. Gracey levert een onderhoudend portret af van de man die in zijn eentje verantwoordelijk was voor het ontstaan van de showbusiness (als we zijn lezing mogen geloven).
Barnum is een optimistische doorzetter met een onvervaarde ondernemersgeest. Na zijn ontslag koopt hij een aftands theater en maakt er een rariteitenkabinet van. Daar komt geen hond op af dus maakt hij er een freakshow van compleet met Siamese tweeling, dikke deur, bebaarde vrouw en trapezeartiesten. De omwonende spreken er schande van en staan met hun overdrachtelijke brandende toortsen en hooivorken klaar om korte metten met de circusshow te maken.
Gracey haalde zijn inspiratie overal en nergens vandaag, en is niet vies van leentjebuur spelen. Zowel wat thematiek als visuele uitwerking betreft. Associaties met het werk van Baz Luhrman (vooral diens Moulin Rouge!), Tod Brownings Freaks en Tim Burtons Big Fish zijn dan ook onvermijdelijk. Weinig mis mee, want beter goed gejat dan slecht bedacht, ware het niet dat de filmmaker op het dramatische vlak armoedig te werk is gegaan.
De hele opmaat van Barnum van werknemer naar ondernemer is er een van grote stappen snel thuis. De man plukt zijn vrouw Charity weg uit een gefortuneerd milieu, maar de contrasten die dit oplevert worden slechts zijdelings en heel laat uitgewerkt. Nog ernstiger is dat Gracey met name op het relationele vlak tussen de twee geliefden veel laat liggen of simpelweg overslaat.
Vooral wanneer Barnum met genoemde operavedette Jenny Lind op tournee gaat lijdt zijn huwelijk eronder. Maar hier wordt op een enkele ruzie na bitter weinig mee gedaan. Hetzelfde geldt voor een interraciale verhouding in een wankel zijplot. De tragiek dicteert dat je The Greatest Showman toch vooral moet inschalen op wat er allemaal aan ontbreekt of wat het vooral had kunnen en moeten zijn.
The Greatest Showman wordt met veel poeha en aan de hoofdpersoon gekoppeld zelfvertrouwen op het bioscooppubliek afgevuurd. Het is een prachtig in beeld gebrachte en extravagante ontsnapping uit de werkelijkheid dat de harde teleurstellingen van het leven tracht te doen vergeten maar deze tegelijkertijd op het plotmatige vlak bagatelliseert. "This is the greatest show!", scanderen Jackman en Efron met zichtbaar plezier in het openings- en slotnummer.
Deze zelftoegedichte eer is te groot, maar een verzetje van het aangename soort is het zeker. Saillant detail is dat Ringling Bros. and Barnums & Baileys Circus, het nalatenschap van de ondernemer, uitgerekend afgelopen mei na bijna anderhalve eeuw zijn deuren sloot.