Daphne is geen meesterwerk, maar helaas wel een belangrijk werk. Terwijl het Harvey Weinstein-schandaal het systematische seksisme van de filmwereld steeds verder blootlegt, herinnert de film ons aan het feit dat er een chronisch gebrek is aan verhalen van en over vrouwen. Helemaal als je beseft dat meer dan de helft van de wereldbevolking en het filmgaande publiek vrouw is.
De eerste oplossing is dat meer vrouwen de kans krijgen om hun verhalen te vertellen, als regisseur of scenarist. Een tweede oplossing is dat meer mannen verhalen over vrouwen vertellen. Veel mannelijke regisseurs en schrijvers durven dat niet, maar putten liever uit eigen ervaringen. De Schotse regisseur Peter Mackie Burns kent die angst niet en maakt samen met scriptschrijver Nico Mensinga en hoofdrolspeelster Emily Beecham een film over een jonge vrouw die moeite heeft haar volwassen leven te accepteren.
Beecham is Daphne, een eenendertigjarige vrouw die niet weet wat ze met haar leven aanmoet. Ze zit vast in een leven van overmatig drankgebruik, anonieme seks en een baan als assistent-kok. Hoewel ze wel bezorgd is om wat haar rookverslaving doet voor haar smaak als kok, is het geen baan waarin ze haar intellect echt kwijt kan. In haar vrije tijd leest ze Slavoj Zizek, wie ze dan vervolgens citeert aan potentiële partners om ze te testen. Daphne heeft geen interesse in een relatie, maar wil wel een beetje behoorlijk vlees in de kuip. Het is echter allemaal vluchtgedrag van wat ze aanmoet met haar leven dat niet volgens verwachtingen loopt.
Dan wordt voor haar ogen een man neergestoken en moet zij helpen het bloeden te stelpen om zijn leven te redden. Hoewel ze in eerste instantie nog meer vervalt in haar laveloze levensstijl, geeft het incident toch een waarschuwing: het leven kan zomaar ophouden. Langzamerhand komt ze los uit haar apathische gemoedstoestand en begint ze bewuster te leven.
Deze ommekeer is ook terug te zien in de kadrering. In het eerste deel van de film gaat Daphne bijna op in haar omgeving en verdwijnt ze letterlijk naar de achtergrond in haar eigen appartement of op haar werkplek. Het staat symbool voor hoe ze in het leven staat. Tegen het einde treedt ze bijna altijd op de voorgrond, centraal in beeld. Het ontroerendste aspect van haar opleving is hoe haar relatie met haar moeder erdoor verbetert, die ze eerst altijd afwijst maar met wie ze later steeds betekenisvollere gesprekken heeft.