Daar is ze weer: de moderne huisvrouw die alles bezit wat haar hartje begeert (een mooi huis, een succesvolle man, twee lieve kinderen), maar toch zielsongelukkig is met haar leventje. Op eenzame momenten sluit ze zichzelf in de badkamer op, om eens lekker een potje te gaan zitten janken. In het post-Sex and the City-tijdperk voelen dat soort vrouwelijke personages behoorlijk afgezaagd aan. De vraag is dan ook wat een topactrice als Reese Witherspoon hier te zoeken heeft.
Waarnaar hoofdpersonage Alice Kinney precies op zoek is, weet ze waarschijnlijk zelf niet eens. Daarvoor is ze te druk in de weer met haar twee kinderen. Toch laat Alice zich op haar eigen verjaardag overhalen om met vriendinnen een drankje te doen. Wie weet loopt ze wel een leuke vent tegen het lijf, want van haar huidige man leeft ze gescheiden. Geen idee waarom, want de door Michael Sheen gespeelde echtgenoot is best een sympathieke kerel.
Aan de bar ontmoet ze Harry, een jonge gladjakker, die van mening is dat hij scherp van de tongriem gesneden is. Binnen enkele secondes gaat de zwijmelende Alice overstag. Ze drinken wat, dansen, zoenen en belanden uiteindelijk met elkaar in bed. Niets bijzonders, ware het niet dat de twee vrienden van Harry ook doodleuk zijn blijven slapen. Omdat de drie jonge heren geen vaste verblijfplaats hebben, mogen ze van Alice gerust blijven, zolang ze maar een aantal gezapige huisregels in acht nemen.
Goed, een erg geloofwaardig voorstel is het niet, maar de film verdient een kans om zijn conflict te presenteren. Bijvoorbeeld door een stroeve relatie te schetsen tussen de kinderen en de nieuwkomers. Jammer genoeg gebeurt hier precies het tegenovergestelde: vanaf het moment dat Harry, Teddy en George in huis komen, draait het leven van Alice als een geoliede machine. Ze koken, ruimen de rommel in de kamers op en brengen de kinderen elke dag netjes naar school.
Het probleem is dat iedereen zich ineens poeslief gedraagt. Zelfs Harry, die eerder moeite had met het beteugelen van zijn seksuele driften, verandert plotseling in een mak schaapje. Die omslag haalt in één keer alle scherpe randjes van deze romantische komedie af. Want wat blijft er over als alles op rolletjes loopt en de spanning tussen de personages verwaarloosbaar klein is?
Bar weinig. Pas wanneer manlief Austen halverwege de film ten tonele verschijnt, ontstaat er weer wat wrijving. Ditmaal vindt die wrijving echter vooral plaats tussen de visie van de makers en die van de kijker. Om onduidelijke redenen wordt de man van Alice gepresenteerd als de boosdoener, terwijl in de tussentijd amper sympathie is opgewekt voor de jaloerse jongelingen. Je zou dus liever die drie bemoeiallen het huis uitzetten.
Een positief puntje is dat Home Again op sommige momenten Hollywood op de hak neemt. Grappig, maar veel te vluchtig is de scène waarin een studiobons zijn zinnen heeft gezet op het maken van een 'found footage love story'. Ondertussen doen Harry en zijn vrienden wél hun stinkende best om met een zelfgeschreven scenario door te breken, maar of dat ooit zal lukken is twijfelachtig. De filmindustrie fungeert hier als een gehaktmolen voor de creativiteit: alle originele ideeën worden net zolang door de producenten vermalen tot een homogene pulp overblijft. Hopelijk zien de makers van Home Again ooit de ironie in van hun eigen film.