Jean van de Velde lijkt zich steeds meer te ontpoppen tot een geëngageerd filmmaker. Na tamelijk pretentieloze films als All Stars, Lek en Floris dook hij in serieuzere thematiek als Afrikaanse kindsoldaten (Wit Licht) en het Nederlandse slavernijverleden (Hoe Duur Was de Suiker). Die verandering van richting maakt hem nog geen Ken Loach, maar door zijn toegankelijke stijl weet Van de Velde zware thema's voor een groot publiek aangenaam inzichtelijk te maken. Bram Fischer, over het proces tegen Nelson Mandela en diens vertrouwelingen in de strijd tegen apartheid, zet deze lijn voort. Niet voor niets won de film onlangs de publieksprijs op het Movies That Matter-festival.
Nelson Mandela speelt hierin overigens een relatief kleine rol. Het titelpersonage is namelijk de advocaat die hem en zijn vertrouwelingen verdedigde in het zogenaamde Rivoniaproces in 1963. Hierin stonden tien prominente leden van het Afrikaans Nationaal Congres (de politieke groepering die opkwam voor de zwarte bevolking in Zuid-Afrika) terecht wegens samenzwering tot een gewelddadige revolutie. Negen van hen werden gearresteerd op een geheime bijeenkomst waar Mandela de grote afwezige was. Hij was namelijk al eerder gevangen gezet. Het siert Van de Velde dat hij hieraan vasthoudt en niet (zoals gebruikelijk in dit soort films) de chronologie verdraait voor narratieve efficiëntie. Mandela doet zodoende pas een paar scènes later zijn intrede in het verhaal en is daarmee een van de laatste personages die geïntroduceerd worden alvorens het proces begint. En hoewel 'Madiba' in de verdere speelduur enkele mooie momenten krijgt toebedeeld, blijft de focus netjes op Bram Fischer liggen.
Een goede keuze, want over deze niet enorm bekende figuur valt genoeg te vertellen. Het had namelijk weinig gescheeld of de advocaat had eveneens in het beklaagdenbankje gezeten. Wat het regime en de openbare aanklager namelijk niet weten, is dat de blanke Fischer de sympathieën deelt van de ANC-leden en bijna op hun bijeenkomst aanwezig was geweest. Vanaf het begin is duidelijk dat Fischer meer dan goed bevriend is met zijn cliënten, maar de mate waarin hij betrokken is bij hun acties, wordt pas gaandeweg onthuld wanneer zijn juridische tegenstanders dat beginnen door te krijgen. Het zorgt ervoor dat hij regelmatig op zijn tenen moet lopen om naar behoren zijn werk te doen zonder daarbij zichzelf te laten betrappen op strafbare daden. Dit komt het best tot uiting in een spannende scène waarin Fischer en zijn dochter zich van enkele belastende documenten moeten zien te ontdoen.
Hoewel wordt aangevangen met een korte openingstekst die de situatie in het Zuid-Afrika van 1963 schetst, zal eenieder die nauwelijks kennis heeft van de complexe situatie ten tijde van het apartheidsregime er mogelijk goed aan van tevoren een paar Wikipedia-pagina's door te nemen. Wat echter als algemene kennis mag worden beschouwd, is dat Mandela voor geruime tijd de gevangenis in ging om er uiteindelijk als winnaar uit te komen. Aldus zal de afloop voor weinigen als een verrassing komen, net zo min als de messiaanse trekjes die Mandela krijgt toebedeeld. Gelukkig zijn hierin wat nuances aangebracht: de man blijkt dusdanig strijdbaar dat hij vreedzaam protest niet langer als enige optie beschouwt, waardoor het aan Fischer is hem van de noodzaak hiervan te overtuigen. Op die manier blijft het toch zijn film.
Hoewel Bram Fischer een grotendeels Nederlandse productie is, valt op dat Van de Velde niet bijster veel concessies doet naar de Nederlandse kijker. Zo wordt enkel Engels en Afrikaans gesproken en bestaat de cast voor het overgrote deel uit Zuid-Afrikaanse acteurs. De enige uitzondering hierin is Peter Paul Muller in de titelrol. Aldus zal het voor velen even wennen zijn om deze acteur, die voor menigeen onlosmakelijk verbonden zal zijn met zijn Gooische Vrouwen-rol Martin Morero, ineens in het Afrikaans te horen praten. Gelukkig introduceert Van de Velde hem met een alledaags gesprek. Slimme zet: zo kunnen we zonder plotgerelateerde informatie te missen het personage op een menselijke wijze leren kennen en wennen aan de altijd intrigerende Afrikaanse taal.