Een te dik nichterig varken in een te strak geel trainingspak dat een behoorlijk extravagante uitvoering van 'Bad Romance' van Lady Gaga ten gehore brengt. Of een zwoel zingende buffel met een coole blik in de ogen die een hit van Crazy Town vertolkt. En dan zijn er nog drie konijnen die uitdagend met hun pluizige staartjes twerken, een croonende slak, een rappende krokodil en een meidengroep bestaande uit spinnen. Net als bij de vele talentenjachten die onze televisiekanalen vullen, vormen de audities van de animatiefilm Sing het hoogte- of al naar gelang je smaak, het dieptepunt. Met een breed scala aan uiteenlopende dieren kunnen de contrasten lekker vet worden aangezet. Net als in het recente Zootropolis leven de beesten in de wereld van regisseur Garth Jennings en Christophe Lourdelet als mensen. En net als wij tweevoeters hebben ze dromen en onvervulde, verlangens zoals het redden van een theater of het worden van een wereldster.
In een plot dat wel erg sterk doet denken aan de Muppet-film van enkele jaren geleden maken we kennis met koala Buster Moon die als directeur van een theater krap bij kas zit. In een poging om zijn culturele toko te redden besluit de buidelbeer om een talentenjacht uit te schrijven. Door een foutje van zijn chaotische assistente (een hilarische bejaarde hagedis met een glazen oog) komt er een nulletje te veel bij het prijzengeld te staan en stormt de halve dierenstad op de audities af. Tegelijkertijd zien we de diverse kandidaten die zich opmaken voor de race naar de top: een huisvarken met in de originele versie de stem van Reese Witherspoon, een duo rockende stekelvarkens, een muis met een enorm ego en de verlegen meisjesolifant Meena die met haar plankenkoorts alleen haar stem durft te laten horen als niemand kijkt. Dan is er tot slot nog een stoere Britsgebekte gorilla Johnny in jeans en sneakers die zijn zangtalent niet durft te showen tegenover zij criminele vader en vrienden.
Sing is volgestampt met allerhande hits, wat de makers ongetwijfeld een flinke duit geld gekost moet hebben. Geld dat misschien beter had kunnen worden gestoken in een echt spannende race naar de eindstrijd. Het verhaal heeft naast een hoog meezinggehalte ook een behoorlijke voorspelbaarheid. Het is van meet af aan al duidelijk waar de zaken op uitdraaien, wat ook grotendeels is ingegeven door de al vroeg uitgewerkte karaktertrekken van de personages. Meena zal ondanks haar timide voorkomen de grote ster worden, mensaap Johnny heeft ook een zachte kant en varken Rosita zal de erkenning van haar man en enorme kudde biggetjeskids krijgen. Van originele invalshoeken moet deze animatiefilm uit de stal van Despicable Me en The Secret Life of Pets het dan ook zeker niet hebben, maar het heeft naast een imponerende stemmencast vooral een hoge fun- en gunfactor. Elk getekend figuurtje heeft hierin een duidelijk omlijnde rol en functie en Jennings heeft het met zijn inspanningen als schrijver niet aangedurfd om hiervan af te wijken.
Sing kleurt dus keurig netjes binnen de lijntjes, maar deze allemansvriend kan zomaar uitgroeien tot een publieksfavoriet. Er is veel ruis op de lijn in de vorm van individuele verhaaltjes die afgewerkt moeten worden en het venijn zit hem hier zeker niet in de staart. Dit is een geanimeerde musicalfilm die mikt op een breed publiek en vooral naar het einde toe overdreven klef wordt. Dat er niets mis is met een beetje glamour blijkt wel uit de muzikale rode draad die door dit getekende avontuur loopt. Jennifer Dreamgirls Hudson trakteert op een adembenemende vertolking van een deel van de befaamde Abbey Road-medley van The Beatles. Symbolisch van 'Golden Slumbers' tot 'Carry that Weight', precies zoals Sing in thematiek probeert te vangen.