In april 2010 vond in de Golf van Mexico de grootste olieramp in de geschiedenis van de Verenigde Staten plaats. Door een lek sijpelde er bijna drie maanden lang olie in het water voor de kust van Louisiana en drie naburige staten, waarmee het de ramp met de Exxon Valdez in Alaska overtrof. Oliemaatschappij BP, die het semimobiele offshore olieplatform Deepwater Horizon in bruikleen had, kreeg een miljardenclaim aan haar broek. De beelden van de ramp bij het zuiden van de VS staan velen nog in het geheugen gegrift, alsmede de verwoede pogingen van de autoriteiten om het lek te stoppen. De ramp, die gepaard ging met explosies en heftige branden, leidde tot het uitroepen van de nationale noodtoestand door president Obama. Het was natuurlijk een kwestie van tijd voor Hollywood met het tragische nieuwsfeit aan de haal zou gaan. Regisseur Peter Berg en filmstudio Lionsgate begaven zich op glad ijs, want het neigt natuurlijk snel naar een smeuïge rampenfilm die je met een flinke bak popcorn tot je neemt.
Goedkoop popcornspektakel is het niet geworden. Berg, die zich baseerde op het boek Deepwater Horizon's Final Hours, houdt het bij de droge feiten en gooit er niet een enorme bak heroïek of vals sentiment tegenaan. De personages die afstevenen op een ongekende milieuramp hebben echt bestaan en er lijken weinig zaken voor effectbejag te zijn aangedikt of mooier gemaakt. Centrale persoon is techneut Mike Williams, die vrouw en dochter thuis achterlaat wanneer hij afreist naar het platform voor de kust van Louisiana. Aan de keukentafel heeft hij zijn dochter nog net even kunnen helpen met haar spreekbeurt, waarin met een rietje en een blikje cola op slimme wijze alles wordt uitgelegd wat je over de op handen zijnde ramp behoort te weten. Williams wordt bijgestaan door de stoere Andrea Gleytas, een slimme jongedame die er bij vertrek niet in slaagt haar oude bak van een auto aan de praat te krijgen. Dat belooft weinig goeds. Eenmaal aan boord van de Deepwater Horizon, die een verkennende taak heeft bij het zoeken naar nieuwe oliebronnen, hamert de leider van de oliewerkers erop dat er goed moet worden gecheckt of de cementlaag die de bron moet afdichten sluitend is. De hotshots in het kantoortje verderop vinden dit niet nodig en zo is het een kwestie van tijd voor de pleuris uitbreekt.
Een groot deel van het enerverende Deepwater Horizon gaat op aan chaos en hectiek, hetgeen natuurlijk niet zo verwonderlijk is bij een ramp van deze omvang. Berg en zijn twee scenaristen hebben zeer terecht niet de moeite genomen om de oorzaak van de ramp tot in elk technisch detail uit te leggen. Ook de connectie tussen Mark Wahlbergs Williams en zijn thuiszittende lieftallige echtgenote wordt geen tranentrekkende exercitie. Je krijgt precies genoeg om te weten dat er zware stront aan de knikker is en Williams een familieman is die er alles aan doet om de gevolgen van de ramp zo veel mogelijk te beperken. De klinische, wat afstandelijke benadering resulteert in weergaloze shots die reiken van de diepte van de zeebodem tot in het bovenste puntje van het boorplatform. Berg excelleert met zijn prachtige luchtfotografie die hij afwisselt met imponerende explosies en een immense vuurzee. Soms zijn de CGI-effecten net een slag te doorzichtig, maar het gevoel dat het menens is, wint het van de sensatiezucht.
De rechtstreekse benadering van Berg kent ook een keerzijde. De hoge heren gespeeld door John Malkovich en Brad Leland zijn wat karikaturaal en Kate Hudson voegt als het thuiszittende nagelbijtende huisvrouwtje ook bijzonder weinig toe. Er valt bovendien uit af te leiden dat het grote geld niet alleen alles betaalt, maar ook alles bepaalt. Voor een bedrijf met een miljardenomzet kon er niet even wat extra budget tegenaan gegooid worden om er zeker van te zijn dat de situatie veilig en verantwoord was. We weten natuurlijk allemaal dat fossiele brandstoffen hun beste tijd hebben gehad, maar Berg vermoeit ons niet met een misplaatst moralistisch toontje. Dit is een actiethriller die je op het puntje van je stoel plaatst, maar met een serieuze ondertoon. Vooral Wahlberg stelt zich opvallend dienstbaar op aan het verhaal, maar de grootste ster is de onverbeterlijke Kurt Russell.