De statistieken liegen er helaas niet om. Ongeveer één op de acht Nederlandse vrouwen krijgt in haar leven te horen dat ze borstkanker heeft. Ook al zijn de levensverwachtingen de afgelopen decennia flink verbeterd, de diagnose blijft er één die het leven drastisch overhoop gooit. Ook al kennen we waarschijnlijk allemaal wel iemand die het gevecht tegen borstkanker heeft moeten leveren, wat de daadwerkelijke, verwoestende impact van de ziekte is, weten alleen de patiënten en hun gezinnen. Documentaire-echtpaar Peter Lataster en Petra Lataster-Czisch volgden over een langere periode drie vrouwen met borstkanker. Ze zitten alle drie in een verschillend stadium van hun behandeling.
Hoe persoonlijk en intiem de drie met elkaar verweven portretten ook zijn, de namen van de drie dames komen we eigenlijk pas te weten als de aftiteling zich aandient. Een Twentse kapster en jonge moeder van twee kinderen, die terloops door een klant Sabrina wordt genoemd, staat onder behandeling van een Amsterdamse arts. Ze staat op het punt haar behandeling te starten en waarschijnlijk kan het borstbesparend gebeuren. De negenenvijftigjarige Vicky is een control freak eerste klas. Ze neemt voor haar specialist bloemetjes en groenten uit eigen tuin mee en ze benadert de kanker, die haar al een borst heeft gekost, uiterst rationeel. Als ze te horen krijgt dat de ziekte zich opnieuw openbaart, ziet ze het als een bittere tegenslag waardoor ze niet op vakantie kan. De middelbare op Griekenland verzotte Ingrid, tot slot, heeft veel steun van haar man bij de lange weg van herstel.
Een bijna twee uur durende documentaire over borstkanker gaat je niet bepaald in de koude kleren zitten. De makers hebben hun document met veel zorg en integriteit samengesteld. Wat de drie patiëntes naast hun ziekte en hun behandeling in het Antoni van Leeuwenhoek gemeen hebben, is hun enorme sociale vangnet. Op Vicky na zijn de vrouwen van mening dat de ziekte hen hun vrouwelijkheid heeft afgenomen. Ze voelen zich als vrouw minder compleet als hun borst geheel of gedeeltelijk is afgezet. Al in de eerste scène drukken de Latasters ons met de neus op de bikkelharde feiten. We zien de gevolgen van de kanker vol in beeld, waarbij geen enkel lichamelijk taboe wordt geschuwd. Alleen al het tonen van deze en vele andere kwetsbaarheden maakt deze drie vrouwen buitengewoon moedig en ongekend sterk.
Het knappe aan deze documentaire is dat de camera haast onzichtbaar lijkt. De geportretteerde families lijken zich niet bewust van een cameraman in hun woon- en in de behandelkamer. De filmmakers hebben zich verre gehouden van kunstmatigheden als interviewtjes en voice-overs. Zo af en toe worden de beelden vergezeld van de stemmen van de dames, maar dit is een middel dat slechts heel incidenteel wordt ingezet. Het is fascinerend hoe verschillend de vrouwen met hun situatie omgaan. Dit leidt tot confronterend en emotionele momenten, die ook dikwijls door een flinke dosis humor en relativeringsvermogen worden opgevolgd. Zoals Sabrina die huilend kaal wordt geschoren om de bijwerkingen van haar chemotherapie voor te zijn, maar daarna al weer vlot meegrapt over het stoppen van een pruik in een wasdroger.
Ondanks de zware thematiek is Wakker in een Boze Droom niet alleen een documentaire over wanhoop, maar vooral over hoop. Het zou een immense steun kunnen zijn voor vrouwen en hun geliefden die door het noodlot tot ervaringsdeskundigen zijn gebombardeerd.