Het huwelijk tussen poëzieprofessor Perry Makepeace en advocate Gail Perkins heeft de nodige deukjes opgelopen. Er wordt in Susanna Whites maffiathriller Our Kind of Traitor voorzichtig gehint op een affaire van Perry met een medestudente. Kennelijk om hun relatie een boost te geven wil het stel er even helemaal lekker uit en onderneemt een vakantie naar Marokko. Wanneer hun tripje al bijna ten einde is gelopen komt de zelfverklaard mislukte dichter in gesprek met de patserige en rumoerige Rus Dima. Hij is zo'n joviale ongelikte beer die je moeilijk iets kunt weigeren. En dat kan onze universiteitsprofessor dan ook niet. Voor hij er erg in heeft, loopt hij rond op een fout decadent feestje met mooie vrouwen en coke. In Dima heeft hij zijn nieuwe beste vriend gevonden, zo ziet de foute Rus het althans.
Het lukt White in eerste instantie nog wel om een beklemmend sfeertje op te roepen. Het is al bij voorbaat duidelijk dat de Rus niet een persoon is met wie een keurige academicus en zijn vrouw zich moeten inlaten. Door de vakkundige capaciteiten van Stellan Skarsgård is Dima een onaangename, verstikkende man die met iedereen meepraat. Maar tegelijkertijd leidt Whites gebrek aan nuance tot een geloofwaardigheidsprobleem, dat met name vastkleeft aan de hoofdpersonen. Je vraagt je namelijk af hoe iemand met een behoorlijk stel hersens als Perry zich zo door de situatie laat meeslepen en het gevaar niet ziet aankomen. Het komt dan ook niet als verrassing dat Dima een plannetje heeft. Veel moeite om dit te ontvouwen hoeft hij niet te doen. Hier en daar wat tennispartijtjes of een veel te decadent, met fout geld gefinancierd verjaardagsfeestje. Terwijl Gail op het genoemde partijtje verstoppertje met een tweeling speelt die Dima onder zijn hoede heeft genomen, krijgt Perry bij het zwembad de ware reden van hun kennismaking te horen.
Our Kind of Traitor is gebaseerd op de gelijknamige roman van de Brits auteur John le Carré uit 2010. De schrijver excelleerde decennialang met zijn spionageromans, maar anno 2016 werkt zijn ouderwetse, door nostalgie tot oubolligheid verworden kijk op de georganiseerde misdaad met een knipoog naar de periode van de Koude Oorlog niet meer. Althans niet in de lezing van White. Het begint spannend met de moord op een Russisch gezin dat naar huis rijdt van een balletvoorstelling, zodat we een beetje weten uit welk hout het boeventuig gesneden is. Maar nadat we de hele saga met de kennismaking met Dima hebben gehad en het Britse echtpaar weer op eigen bodem is beland, is de spanning ver te zoeken. Ook al werken ze vanaf dat moment samen met de autoriteiten en mogen ze half Europa doorkruisen, bloedstollend wordt het niet. De dienstdoend regisseuse neemt geen enkel risico en verliest het koppel geen moment uit het oog. Het verhaal wordt braaf uitgewerkt zonder dubbele ladingen en er wordt op geen enkele manier gespeeld met het beeld.
Susanna White maakte hiervoor de tweede Nanny McPhee-film wat de wenkbrauwen doet fronsen, maar ze stond ook aan het roer van een aantal geslaagde televisieseries. Ze wordt nog enigszins gered door uitstekende acteurs, al laten zij op Skarsgård na niet het achterste van hun tong zien. De beweegruimte van de cast is door een aantal flauwe plotelementen, het gebrek aan karakterverdieping en de veilige regiekeuzes redelijk beperkt. Ze moeten ook nog eens zien te opereren in een scenario waarin de schrijver heeft geprobeerd een intrigerende, duistere wereld neer te zetten, maar door een overdreven uitlegdrang de plank misslaat. Dit is een dertien-in-een-dozijn thriller die prima zou werken als televisiefilm. Als bioscoopfilm mist hij lef en een smoel.