Een film die opent met een brute verkrachtingsscène volgt doorgaans één van twee bekende paden. Meestal wordt de wandaad ofwel in een grimmig wraakepos verwerkt, of in een tranentrekkend drama. Dat er na de ellende flink gelachen mag worden, komt minder vaak voor. Laat het aan Paul Verhoeven over om te breken met dergelijke conventies en alle regeltjes aan de laars te lappen. Na een lange afwezigheid is Neerlands trots terug om zijn publiek weer eens stevig op te jutten. Dit keer doet hij dat in de Franse taal, maar verder verandert er niets: hij neemt nog steeds geen blad voor de mond en spaart zijn toeschouwers nergens. Met Elle, een gedurfde maar perverse zwarte komedie, levert hij zijn meest provocerende film sinds Spetters af. Of de kijker daar blij mee moet zijn, zal hem een worst wezen.
De 'zij' in kwestie is Michèle, een keiharde zakenvrouw die de touwtjes van haar leven stevig in handen heeft. Ze runt een succesvol gamebedrijf en duldt van medewerkers en familie geen tegenspraak. Dat ze daarmee iedereen in haar omgeving tegen zich in het harnas jaagt, komt niet als verrassing. Maar haar kille houding maakt haar nog niet onkwetsbaar voor een grove aanval in haar eigen huis, die haar als verkrachtingsslachtoffer achterlaat. Hoewel, slachtoffer... Na het misbruik hervat ze afstandelijk de dagelijkse routine, zonder de politie in te schakelen. Ze heeft immers een bedrijf te leiden en een disfunctionele familie in het gareel te houden. Bovendien wil ze haar eigen duistere verleden achter zich laten en niet opnieuw oprakelen. Maar als haar aanvaller haar begint te stalken met inbraken en expliciete berichtjes, besluit ze naar hem op jacht te gaan.
Wie denkt dat een dergelijk verhaal in Verhoevens oeuvre past als een broeierige thriller à la Basic Instinct komt bedrogen uit. Zijn bewerking van Philippe Djians roman Oh... is doorspekt met zwarte komedie en schunnige randjes. Wel lijkt hij er weer een duivels genoegen in te scheppen zijn publiek constant op het verkeerde been te zetten. Degene die de vraag stelt of wat volgt wel gepast is na zo'n gewelddadige opening, is bij Verhoeven aan het verkeerde adres, want politieke correctheid is hier niet aan de orde. Michèle ziet zich omringd door dubieuze figuren; van haar overdadig seksueel actieve moeder met haar gigolo annex verloofde, tot haar slappe zoon en diens helleveeg van een zwangere vriendin. Zelf is ze evenmin heilig met haar misdadige vader en dubieuze verleden. De game waaraan haar bedrijf momenteel werkt, handelt bovendien over wellustige Orks die rondborstige dames bruut penetreren en vermoorden. Als er al een slachtoffer te vinden is in Elle, is het eerder de omgeving van Michèle zelf.
De bikkelharde Michèle vormt een nieuw hoogtepunt in de toch al lovenswaardige carrière van het fenomeen Isabelle Huppert. De Franse diva is geen onbekende met grensverleggende rollen omtrent vrouwelijke seksualiteit, van masochistisch in La Pianiste tot jeugdig en rebels in Godards Passion, maar zelfs voor haar doen getuigt haar prestatie in Elle van lef, zowel fysiek als emotioneel. Ze laveert moeiteloos tussen hardhandig toegetakeld slachtoffer en manipulatief monster en incasseert op seksueel vlak bijna net zoveel als ze uitdeelt. Huppert domineert wat zonder twijfel 'haar' film genoemd mag worden, waardoor de rest van de cast toch wat verbleekt. Dat is jammer, want er bevinden zich diverse Europese coryfeeën in het ensemble, van wie de meesten gereduceerd worden tot overdreven typetjes in Verhoevens satirisch geheel. Verhoeven geeft zijn muze Huppert alle ruimte zich uit te leven in dit verontrustende relaas, dat verder ondergeschikt is aan zijn drang om op elk ander niveau vooral geen compromissen te sluiten.
De oude stoker heeft immers wat in te halen en lijkt met Elle een nieuw schandaal aan zijn toch al dwarse loopbaan toe te willen voegen. Cannes kon hij er niet mee veroveren en het waarom laat zich snel raden. De film schakelt heen en weer tussen beangstigende horror, hilarische familieklucht en sensationele satire, maar die elementen zitten elkaar behoorlijk in de weg. De film choqueert effectief, maar op de grensoverschrijdende taferelen volgt hoofdzakelijk een ongemakkelijk lachje uit plaatsvervangende schaamte. Als thriller slaat de film halverwege dood, maar interessant blijft de studie naar de identiteit van de protagoniste als dominante, maar geconflicteerde en impulsieve persoonlijkheid. De gewaagde en amorele film zal mensen net zo makkelijk intrigeren als tegen het hoofd stoten, maar dat was te verwachten van de eeuwige provocateur Verhoeven.