Eddie the Eagle
Recensie

Eddie the Eagle (2016)

Eddie Edwards, de legendarische schansspringer, is de ultieme underdog. Een gouden filmpersonage, zelfs als je de werkelijkheid een beetje verdraait.

in Recensies
Leestijd: 4 min 8 sec
Regie: Dexter Fletcher | Cast: Taron Egerton (Eddie Edwards), Hugh Jackman (Bronson Peary), Edvin Endre (Matti Nykänen), Mads Sjøgård Pettersen (Erik Moberg), Jo Hartley (Janette), Keith Allen (Terry), Christopher Walken (Warren Sharp), e.a. | Speelduur: 106 minuten | Jaar: 2016

'Meedoen is belangrijker dan winnen'. Het is een cliché van jewelste, maar een olympische gedachte. Deze stelling gaat zeker op voor Eddie Edwards, de eerste man die namens het Verenigd Koninkrijk uitkwam op de Olympische Spelen als schansspringer. Eddie is de ultieme underdog. Slungelig, met een nerderige, veel te grote bril voorop zijn neus, modelletje ijzerdraad en sterkte jampot. Van kinds af aan heeft Eddie de droom om een olympische sporter te worden. Zijn vader vindt hem geen sportmateriaal. Hij ziet zijn zoon liever in zijn eigen voetsporen treden als stukadoor. Als Eddie eenmaal de wintersport heeft ontdekt en zich als skiër probeert te kwalificeren voor de Spelen verzucht ook de frontman van het Brits Olympisch Comité dat een loopbaan als olympisch sporter er niet inzit.

Maar onze Eddie is een echte doorzetter en het woord ‘nee’ komt niet voor in zijn woordenboek. Dus wat doe je als je ergens niet heel goed in bent, maar toch die ene grote droom achterna wil jagen? Juist, je zoekt een tak van sport waarin je de enige bent. Dan ben je namelijk automatisch de beste. Dus Eddie stort zich op het schansspringen en reist met het busje van zijn vader af naar het Beierse Garmisch-Partenkirchen. Het Olympisch Comité ziet deze plannen niet zitten en verandert gedurende het spel de regels. Opeens moet Eddie niet simpelweg op zijn twee voeten landen, maar een sprong van eenenzestig meter zien te halen. Als sporter is Eddie geen sexy verschijning, zelfs niet in een rol van Taron Egerton, die we nog kennen van Kingsman: The Secret Service waarin de jonge Welshman nog een opgeschoten straatschoffie speelde die het tot geheim agent schopte. Als filmpersonage heeft Eddie Edwards echter alles mee. De bioscoopganger omarmt het zwarte schaap, zelfs als dit tot voorspelbare taferelen leidt. De biopic Eddie the Eagle, waarin feiten en fictie door elkaar zijn gehusseld, verloopt volgens het vaste stramien van de sportfilm, maar dat deert weinig met zo'n ijzersterk hoofdpersonage.

In Garmisch wordt Eddie nog meer met zijn tekortkomingen geconfronteerd. Alleen maar meer uitdaging voor de dappere Brit, die na een relatief klein sprongetje van de schans van vijftien meter op gaat voor het echte werk. De bravoure van Eddie is onnavolgbaar en dienstdoend regisseur Dexter Fletcher zet dit nog eens lekker vet aan door zijn dappere adelaar voortdurend af te laten steken met de echte professionals op de piste die Eddie flink uitlachen. Eddie wordt bijgestaan door een aarzelende coach, vertolkt door Hugh Jackman. Deze trainer is uit de dikke duim van de schrijvers gezogen, want heeft nooit echt bestaan. Dit leidt dan ook tot de conclusie dat de zaken in Eddie the Eagle allemaal net wat mooier zijn voorgeschoteld dan ze daadwerkelijk waren. Het valt te betwijfelen of dit voor het dramatisch effect een ramp is, maar Fletcher had het wel wat duidelijker mogen vermelden dan het verplichte ‘gebaseerde op ware gebeurtenissen’ voorafgaand aan zijn biopic. Deze moedwillige manipulatie werkt wonderwel goed op het gemoed.

Egerton heeft er weinig moeite mee om de schaamteloosheid en lelijkheid van zijn personage te etaleren. Ook hierin is hij gedienstig aan de echte Eddie en het vergroot de sympathie voor de sporter alleen nog maar meer. Het is een gegeven waarvan je je voortdurend bewust moet zijn, maar Fletcher doet er alles aan om dit zo snel mogelijk naar de achtergrond te werken. Ook de spectaculaire sportscènes doen een duit in het zakje. Er is veel gebruik gemaakt van stand-ins en stuntmannen, bodycams en helikopterbeelden waardoor je daadwerkelijk een indruk krijgt hoe machtig en doodeng het moet zijn om een schans van negentig meter hoogte af te suizen. Dit maakt van Eddie the Eagle een weergaloze sportfilm die de platgetreden boodschap verkondigt dat je alles kunt bereiken als je maar de moed en inzet toont. Hij wint niet de originaliteitsprijs en Eddie Edwards blijkt op momenten zelfs een teleurstellend tweedimensionaal personage, maar Fletcher flikt het hem toch door de ideale mix van sport, lichtvoetig drama en een hoge feelgoodfactor. Dit werkt echter alleen als Fletcher zich bij de hoofdzaken houdt. Het appeltje dat coach Bronson Peary nog met zijn mentor heeft te schillen is er met de haren bijgesleept en de plichtmatige inlossing in de slotmomenten had niet zo nodig gehoeven.

Als je een kind van de jaren zeventig of tachtig bent dan kun je je ongetwijfeld nog de beelden van Eddie the Eagle op de Olympische Spelen in het Canadese Calgary te herinneren. Toen heerste nog de vraag of dit nu een losgeslagen clown was die de serieuze sportwereld op stelten zette of de ultieme underdog die het schier onmogelijke voor elkaar bokste. Dexter Fletcher kiest in deze door Matthew Vaugh geproduceerde biopic voor het laatste. Met een beetje hulp van de fantasie.