In de animatiefilm Zootropolis (of Zootopia zoals hij in de Verenigde Staten heet) gedragen alle zoogdieren zich als mensen. Hamsters dragen een maatpak en gaan met een koffertje in de hand naar het werk. Giraffen zijn niet vies van een potje volleybal. Olifanten runnen de plaatselijke ijssalon. Een stel antilopen zijn voortdurend verwikkeld in een burenruzie. En dan is er ook nog een Marlon Brando-imiterende maffiamuis. Het spreekt voor zich dat het een doldwaze bedoening is in de dierenmetropool, waar prooi- en roofdieren vreedzaam met elkaar samenleven. De stad is opgedeeld in verschillende klimaatgebieden (savanne, regenwoud en noordpool) en oogt als een utopische wereld die door de beesten zelf vormgegeven had kunnen worden.
Centraal staat Judy Hopps, een aandoenlijk maar tamelijk naïef plattelandskonijntje dat staat te trappelen om de wereld te bestormen. Haar levenslange droom is het om als eerste konijn óóit carrière te maken bij het politiekorps van Zootropolis. Maar door die wens uit te spreken, stuit ze vrijwel meteen op weerstand uit haar omgeving; de dieren zien haar liever werken op de wortelboerderij van haar ouders, net als ieder ander voor dom versleten konijn. Maar Judy is vastberaden. In een ietwat gehaaste introductie is te zien hoe ze succesvol sprongen maakt tijdens de toelatingstraining van de politieacademie en uiteindelijk haar felbegeerde politiebadge in ontvangst neemt.
Terwijl iedereen een spannende zaak toebedeeld krijgt, moet Judy aanvankelijk genoegen nemen met het uitschrijven van parkeerbonnen. Vol goede moed stort ze zich op de klus en voor ze het weet heeft ze ruim honderd bonnen uitgeschreven. Maar haar bevlogenheid wordt nauwelijks opgemerkt door haar baas Chief Bogo, een sikkeneurige kafferbuffel die haar blijft bestoken met allerhande rotklusjes. Wanneer Judy in een ijssalon de gewiekste zwendelaar Nick tegen het lijf loopt, raakt ze onverwachts betrokken bij een grootschalig politieonderzoek naar de verdwijning van een groep zoogdieren. Om de zaak op te lossen krijgt ze achtenveertig uur de tijd en moet ze noodgedwongen samenwerken met haar aartsvijand, de vos.
Zootropolis laat zich gemakkelijk bekijken als een ultramoderne fabel, waarin de vastomlijnde karakterisering van de dieren (lees: de dappere leeuw, de sluwe vos, het bange konijn en het zachtmoedige schaap) stilletjes wordt verbroken en er plaats is voor wat nuance. Niet alles is namelijk wat het lijkt. Niet elke olifant kan zich een gebeurtenis even goed herinneren. En soms schuilt er een hoop verdriet achter het gezicht van een oplichter. De animatiefilm speelt voortdurend met de verwachtingen van de kijker en onderscheidt zich van andere Disneyproducties door een aantal complexe onderwerpen voor het voetlicht te brengen, zoals racisme (alleen konijntjes mogen elkaar schattig noemen) en de wisselwerking tussen media en politiek. Bedoeld of onbedoeld komt het vergrootglas zo te liggen op onze eigen, menselijke samenleving.
Topzwaar wordt het overigens helemaal niet, want deze bunnycopfilm is voornamelijk vrolijk en uitstekend in balans. Een knappe prestatie, zeker gezien het feit dat regisseurs
Byron Howard (Tangled), Rich Moore (Wreck-It Ralph) en co-regisseur Jared Bush met zijn drieën aan het roer stonden en er in de productie geen spoortje terug te vinden is van creatief getouwtrek onderling. De animaties zijn oogstrelend, rijk aan details en bovendien zijn er ludieke vondsten te ontdekken die het kijkplezier verhogen. Kijk maar eens goed naar wat de wezel illegaal op straat verkoopt!
Vanzelfsprekend wordt de moraal ook in deze animatieproductie er moddervet bovenop gesmeerd. De boodschap is dat iedereen zijn dromen moet najagen en kan worden wat hij of zij maar wil, in de aftiteling nog eens nadrukkelijk bezongen door gazelle Shakira met het aanstekelijke liedje Try Everything. Een boodschap die wellicht een keer te vaak herhaald wordt, maar ach, het blijft een animatiefilm uit de Disneystal. Een vos verliest nu eenmaal wel zijn haren, maar niet zijn streken.