Wat zou jíj doen als je jezelf kon teleporteren naar een willekeurige plek op aarde? Het grote succes van Jumper is dat het een redelijk antwoord geeft op deze vraag. Hoofdpersoon David ontdekt zijn gave als hij als kind door het ijs zakt en opeens op een onverwachte plek belandt. Wat hij ermee doet? Hij rent weg van huis. En omdat je daarvoor geld nodig hebt, berooft hij een bank. Dat dit gebeurt zonder de kluisdeur open te maken blijft natuurlijk niet onopgemerkt
Acht jaar later is David een heuse playboy met een luxe appartement vol fotos van plekken die hij kan bezoeken, jumpsites genaamd. Eventjes surfen in de Stille Oceaan, zonnen op het hoofd van de Sfinx van Gizeh of s avond naar de pub in Londen. De tagline is overal is mogelijk en David maakt er volop gebruik van. Wat hij niet weet is dat er meer jumpers zijn en dat er al eeuwen een oorlog woedt tussen hen en de zogenaamde Paladijnen die jumpers vangen met behulp van elektriciteit en hen vervolgens doden. De Paladijnen zijn intrinsiek slecht: hun organisatie gaat ook achter de familie en vrienden van de jumpers aan, en veroordeelt hen tot een eenzaam, opgejaagd bestaan.
In die oorlog zit gelijk het zwakste punt van de film. Er worden alleen vage redenen gegeven voor de missie van de Paladijnen (tot aan de heksenjacht die er voor het gemak nog even wordt bijgesleept) en zelfs Samuel L. Jackson kan van zijn personage geen overtuigende slechterik maken. Het is jammer dat het centrale conflict zo slap is, vooral omdat het veel interessanter was geweest om het persoonlijke conflict te onderzoeken. Als David zichzelf en de jumpers met superhelden vergelijkt, biedt dat een interessant contrast: in tegenstelling tot de meeste personages met superkrachten lijken jumpers geen enkele behoefte te hebben om hun krachten voor het goede - of zelfs het kwade - aan te wenden. Zo krijgt David op een gegeven moment te horen dat er een grote storm woedt en duizenden mensen in nood verkeren, maar van die informatie maakt hij alleen maar gebruik om de beste golven op te zoeken om op te surfen.
In gewetenskwesties en dergelijke is Doug Liman niet echt geïnteresseerd en aangezien hoofdrolspeler Hayden Christensen niet uitblinkt in het uitbeelden van emoties, is dat misschien maar beter ook. Vooral in de romantische scènes met jeugdliefde Millie is hij pijnlijk vlak. Jamie Bell maakt veel meer indruk als een andere jumper en steelt haast elke scène waarin hij aanwezig is.
Ach, het is eigenlijk niet zo erg dat de film niet dieper gaat. Jumper is nu een vlotte, goedgemaakte actiefilm geworden, met de gave van de hoofdpersoon als excuus voor het gebruik van allerhande fotogenieke locaties. Vooral de actiescène in het Colosseum is erg effectief. En mochten we toch meer diepte willen: de mogelijkheid voor een vervolg wordt overduidelijk opengehouden.